Operation Manual

32 BEDIENING
Bediening
gebruikt bij de indicaties.
Belangrijk: Wanneer een digitale surround bron
(Dolby Digital, DTS) wordt afgespeeld zullen de
letters SBL/SBR voor de surround achter kanalen
alleen verschijnen bij een DTS-ES DISCRETE 6.1
bron. Deze functie wordt dan in de display aan-
gegeven en in-beeld. Bij alle andere opnamen
kunnen de indicaties voor de achter surround
luidsprekers oplichten (mits deze luidsprekers
geconfigureerd zijn) om aan te geven dat er een
signaal naar toe gaat (matrix gedecodeerd met
NEO:6, LOGIC 7 of 7 Kan. Stereo) maar geen let-
ters lichten op wanneer de AVR geen ingangssig-
naal ontvangt voor de surround achter kanalen.
Luidsprekers/kanaal functie
$
knipperen
ook om aan te geven wanneer een bitstream
onderbroken wordt. Dat gebeurt wanneer een
digitale ingang voor het afspelen gekozen is, of
wanneer een digitale bron zoals een DVD op
pauze staat. De knipperende indicaties wijzen
erop dat het afspelen is onderbroken door de
afwezigheid van een digitaal signaal en niet door
een fout in de AVR. Dit is normaal en de digitale
weergave zal hervat worden zodra het afspelen
opnieuw gestart wordt.
Nachtfunctie
Een speciale functie van Dolby Digital. Deze func-
tie stelt u in staat om Dolby Digital bronnen
volledig verstaanbaar af te spelen, maar met
beperkte maximale piekniveaus, terwijl de zwak-
ke signalen 1/4 tot 1/3 opgetrokken worden. Dat
vermijdt dat abrupt luide overgangen anderen
storen, zonder de impact van de digitale bron te
beperken. De nachtfunctie is alleen beschikbaar
wanneer de Dolby Digital functie gekozen is.
De nachtfunctie kan worden gekozen wanneer
een Dolby Digital DVD speelt door op nacht-
functie
B
op de afstandsbediening. Druk ver-
volgens op
/
¤
D
om de gematigde of de
volledige compressie (medium of full) van de
nachtfunctie te kiezen. Om de nachtfunctie uit te
schakelen drukt u op
/
¤
D
tot de aanwijzing
onderin de video display en de display
Ò
D-RANGE OFF.
De Nacht Functie kan ook permanent op het
gewenste compressie niveau worden gekozen
zodra de Dolby Digital functie wordt geactiveerd via
de opties in het
DOLBY menu. Zie pagina 18
voor informatie over het menu voor deze optie.
BELANGRIJK BIJ DIGITALE WEERGAVE
1. Wanneer de digitale bron stopt, in pauze, in de
functie snel zoeken of hoofdstuk zoeken staat,
zullen de digitale gegevens tijdelijk stoppen en
de kanaalposities in de luidspreker/kanaal
functie
$
zullen knipperen. Dit is normaal en
wijst niet op een probleem met de AVR of met de
bron. De AVR zal, zodra de gegevens weer
beschikbaar zijn en wanneer het apparaat weer
op afspelen staat, naar de normale digitale weer-
gave terugkeren.
• Hoewel de AVR bijna alle DVD films, CD’s en
HDTV bronnen kan decoderen, is het mogelijk dat
sommige toekomstige digitale formaten niet
compatibel zijn met de AVR.
• Denk er aan dat niet alle digitaal gecodeerde
programma’s en niet alle audionummers op een
DVD volledig 5.1 of 6.1-kanaals audio bevatten.
Raadpleeg de handleiding van het programma bij
uw DVD of laserdisc om na te gaan welk type
audio op de disc is opgenomen. De AVR herkent
automatisch het type digitale surround codering
en geeft dat aan in de Kanaal Indicaties
$
en
stelt zich hierop in.
Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt
kunnen normaal gesproken geen analoge sur-
round functies als Dolby Pro LogicII, Dolby 3
Stereo, Hall, Theater, 5Kan/7Kan Stereo of Logic 7
worden gekozen, uitgezonderd met Dolby Digital
2.0 opnamen, die met Dolby Por Logic II afge-
speeld kunnen worden. Zie pagina 26.
Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt
kan een analoge opname NIET worden gemaakt
via de Tape uitgangen
of Video 1
uit-
gangen, ook wanneer de bron is verbonden met
een digitale ingang op de AVR, zolang 'Surround
Off' is gekozen (kan alleen met een PCM bron).
Maar het analoge tweekanaals signaal, zelfs van
een Dolby Digital bron (geen DTS), de 'Downmix'
naar Stereo of Dolby Surround, kan worden
opgenomen door de analoge audio uitgangen
met de juiste analoge ingangen (DVD bijvoor-
beeld) van de AVR, van de AVR te verbinden.
Bovendien worden de digitale signalen doorge-
geven naar de digitale audio uitgangen
.
Opnemen op cassette
Bij normaal gebruik worden de audio en video sig-
nalen die op de AVR voor kijken en luisteren zijn
gekozen door gestuurd naar de opname uitgangen.
Dat betekent dat elk programma waar u naar kijkt
of luistert simpelweg kan worden opgenomen door
recorders aan te sluiten op de uitgangen Tape
Outputs
of Video 1 Outputs

.
Wordt een digitale audiorecorder aangesloten op
één van de digital audio uitgangen
dan
kunt u de digitale signalen opnemen met CD-R,
MiniDisc of ander digitaal opnamesysteem. Denk
er aan dat alle digitale signalen worden doorge-
stuurd naar zowel de coax als optisch digitale
uitgangen, ongeacht het type digitale ingang dat
werd gekozen.
Opmerkingen:
• De digitale uitgangen zijn alleen actief wanneer
er een digitaal signaal aanwezig is en ze zetten
een analoog ingangssignaal niet naar een digitaal
uitgangssignaal om, noch veranderen zij het for-
maat van het digitale signaal (b.v. Dolby Digital
naar PCM of vice versa, maar coax digitale signa-
len worden naar optisch omgezet en omgekeerd).
Bovendien dient de digitale recorder compatibel te
zijn met het uitgangssignaal. Voorbeeld: het PCM
digitale uitgang van een CD-speler kan opgeno-
men worden op een CD-R of MiniDisc, maar Dolby
Digital of DTS-signalen niet.
• Het maken van een analoge opname van een
digitale bron is mogelijk, maar alleen van een
PCM bron (geen Dolby Digital of DTS) en alleen
correct wanneer 'Surround Off' is gekozen. Met
elke andere Surround functie worden alleen de
front L/R signalen naar de opname gestuurd.
Gebruik
Wanneer de als extra leverbare van
Harman Kardon is aangesloten en een geschikte
Apple
®
iPod
®
is in geplaatst, druk dan
op DMP Functie
om de iPod als
ingang te kiezen. Door op DMP
Functie
worden ook de AVR afstandsbedie-
ningscodes voor de iPod geactiveerd en kunnen
tevens de bedieningsorganen op de voorzijde
voor de bediening van de iPod worden gebruikt.
Ook kunt u DMP via het frontpaneel als
bron kiezen door herhaaldelijk op
Ingangskeuze
%
te drukken tot DMP in de
bovenste regel van de Display
Ò
verschijnt;
Ingangsindicatie
licht niet op.
Wanneer The Bridge correct is aangesloten en
een geschikte iPod is geplaatst, geeft de boven-
ste regel in de Display
Ò
aan DDMP/
CONNECTED
. Zodra die aanwijzing ver-
schijnt, kunt u de iPod met de toetsen op het
frontpaneel bedienen. Zie het functieoverzicht op
pagina 40-41 voor een overzicht van de toetsen
die geprogrammeerd zijn om de iPod te besturen.
In het kort, Reverse Zoeken, Weergave en
Vooruit Zoeken
P
, plus
/
¤
/
/
DE
en Set
F
kunnen op de gebruike-
lijke wijze worden gebruikt voor het navigeren
van de albums en weergave van de iPod. Details
over de bediening van een iPod met en
een AVR afstandsbediening vindt u in .
De bedieningsorganen op de voorzijde kunnen
worden gebruikt voor een beperkt aantal functies
van de iPod. Druk op Tuner Functie
^
voor
weergave of pauze van het lopende nummer.
Tuner Keuze
)
is voor achteruit zoeken (linker
zijde van de toets) of vooruitzoeken (rechter
zijde). Druk op Afstembereik
!
om het menu
van de iPod op te roepen. Druk op
/
7
om
te scrollen en op Set
@
om te kiezen.
Instelling Uitgangsniveau
Het normale weergaveniveau van de AVR wordt
ingesteld met behulp van het testsignaal, als
beschreven op pagina 23. In sommige gevallen
echter, is het wenselijk om de weergaveniveaus
aan te passen aan de diverse programma’s waar
u bekend mee bent. Verder kunnen de weergave
niveaus voor de subwoofer en de Stereo and
VMAx functies alleen maar via deze procedure
aangepast worden.
25339_AVR140_Holl_2 30/08/05 10:52 Side 32