Operation Manual

SYSTEEMCONFIGURATIE 27
NEDERLANDS
Systeemconfiguratie
diening om alle luidsprekers op hetzelfde
niveau te brengen. Merk op dat drukken op
/
E
het testsignaal op dat kanaal
zal blijven om de tijd te geven de afregeling te
maken. Laat u de toets los dan gaat de ruis na
vijf seconden weer rond. De cursor u in
beeld kan ook direct naar de af te regelen
luidspreker verplaatst worden met de
/
¤
D
toetsen op de afstandsbediening.
7. Ga door met het regelen van de afzonderlijke
luidsprekers tot ze alle hetzelfde volume heb-
ben. Merk op dat de regelingen alleen
gemaakt dienen te worden met
/
E
op de afstandsbediening, NIET met de
volumeregeling.
Gebruikt u een geluidsdrukmeter (SPL) voor een
exacte instelling met het testsignaal, zet de
volumeregelaar
dan op –15 dB en stel
het niveau voor elk kanaal zo in dat de meter
75 dB aangeeft, C-gewogen, traag. (C-weighted,
slow). Nadat de instellingen zijn gemaakt draait
u het volume weer terug.
U kunt deze instellingen van elk kanaal ook
geheel zelf maken door op
/
¤
D
te drukken
tot de cursor op de regel
TESTTONE
SEQ in het menu staat om vervolgens met
/
E
MANUAL (handbediening) te marke-
ren. In de
MANUAL functie start het testsignaal
ook direct, maar gaat alleen naar een andere
luidspreker door op
/
E
. te drukken.
Wanneer de handinstelling actief is kan de test-
toon worden uitgeschakeld door op
/
¤
D
te drukken tot de cursor op de regel TEST
TONE staat en dan met
/
E
OFF (uit)
te markeren.
Wanneer u vindt dat de niveaus onaangenaam
laag of hoog liggen, kunt u de procedure her-
halen. Ga terug naar stap 2 en stel het hoofd-
volume iets hoger of iets lager in, passend bij uw
kamer en uw eigen voorkeur. U kunt de procedu-
re zo vaak herhalen als u wilt om het gewenste
resultaat te bereiken. Om eventuele schade aan
uw gehoor of de apparatuur te voorkomen, wij-
zen we er op dat het hoofdvolume liever niet
boven 0 dB ingesteld moet worden.
Wanneer alle kanalen hetzelfde volume hebben
is het instellen voltooid. Gebruik
/
¤
D
om
de cursor naar de regel
TEST TONE te
verplaatsen en druk op
/
E
tot het
woord OFF (uit) verschijnt om het testsignaal uit
te schakelen.
Denk er aan dat telkens wanneer een bepaalde
surround functie wordt gekozen, ook voor een
andere bron, deze uitgangsniveau instelling zal
worden gekozen. Toch dienen de uitgangsni-
veaus onafhankelijk voor elke surround functie te
worden ingesteld, ook voor varianten als
Dolby Pro Logic II – Movie en Dolby Pro Logic II –
Music. Het mag ingewikkeld lijken maar het is
noodzakelijk om de prestaties van de AVR 145 te
optimaliseren wanneer verschillende methoden
worden gebruikt om audiosignalen naar de ver-
schillende kanalen te sturen. De AVR neemt de
instellingen over van de ene functie naar dezelf-
de in een andere kanaalconfiguratie, zoals Dolby
Pro Logic II – Movie en Dolby Pro Logic II –
Movie. Desgewenst, als een korte methode om te
beginnen, kunt u de niveaus voor Dolby Pro
Logic II – Movie instellen en deze kopiëren voor
alle Dolby functies en alleen die invoeren voor de
luidsprekers die voor die functie nodig zijn. Later
corrigeert u de niveaus dan op het gehoor door
naar de verschillende bronnen te luisteren en niet
op het testsignaal. Zie pagina 36 voor nadere
informatie over het afstellen van de uitgangs-
niveaus op extern bronmateriaal.
Opmerking: het uitgangsniveau van de sub-
woofer kan niet gecorrigeerd worden met behulp
van het testsignaal. Om het niveau van de sub-
woofer te corrigeren volgt u de stappen voor het
instellen van het uitgangsniveau op pagina 40.
Wanneer alle kanalen hetzelfde niveau hebben is
de afregeling gereed. Zet nu met volume
het niveau op ca. –40 dB, anders zal het afspeel-
niveau te hoog zijn zodra de muziek begint te
spelen. Om dit menu te verlaten drukt u op
/
¤
D
tot de cursor u in beeld naast de regel
BACK TO MASTER MENU staat en u drukt
op instellen
F
om het testsignaal uit te
schakelen en terug te keren naar het
MASTER MENU.
De uitgangsniveaus kunnen ook afgeregeld wor-
den door de afzonderlijke toetsen en het Semi-
OSD systeem te gebruiken. Om op deze manier
de uitgangsniveaus te regelen drukt u op test-
signaal
8
. Vanaf het moment dat u op de
toets drukt gaat het testsignaal, zoals eerder
beschreven, rond. Het juiste kanaal vanwaar u
het testsignaal wilt horen, wordt aangegeven in
het onderste derde deel van het beeld en in de
display
Ò
. Als een extra aanwijzing wordt het
juiste kanaal, terwijl het testsignaal rondgaat,
ook aangegeven door de luidspreker/kanaal
keuze
$
, door een knipperende letter in het
correcte kanaal. Draai het volume
hoger
tot u de ruis duidelijk kunt horen.
Om het uitgangsniveau te regelen drukt u op
/
¤
D
op de afstandsbediening tot het
gewenste niveau in de display of in beeld wordt
aangegeven. Zodra u de toetsen loslaat gaat het
testsignaal na vijf seconden opnieuw rond.
Wanneer alle kanalen hetzelfde uitgangsniveau
hebben, zet u met volume
het niveau op
ca. –40 dB, anders zal het afspeelniveau te hoog
zijn zodra de muziek begint te spelen. Daarna
drukt u op testsignaal
8
om de testtoon uit
te schakelen en het proces af te ronden.
BELANGRIJK: se afregeling van het uitgangs-
niveau zal niet effectief zijn voor alle ingangen,
maar alleen voor de werkelijk geselecteerde sur-
roundfuncties. Om ook effectief te zijn voor een
andere functie, kiest u die functie (met welke
ingang dan ook) en u herhaalt de boven
omschreven inregeling. Zo kunt u verschillen in
niveaus tussen luidsprekers, die per surround-
functie kunnen verschillen, compenseren, of het
niveau van bepaalde luidsprekers opzettelijk
verhogen of verlagen, e.e.a. afhankelijk van de
gekozen surroundfunctie.
Nadat een ingang voor de surroundfunctie, digi-
tale ingang (indien van toepassing) en luidspre-
kertypen is ingesteld, keert u terug naar de
INPUT SETUP regel in het MASTER (hoofd)
menu en u voert de instellingen in voor elke te
gebruiken ingang in. In de meeste gevallen wij-
ken alleen de digitale ingang en de surround
functie af van de ene en de andere ingang, ter-
wijl het luidsprekertype meestal hetzelfde zal
(ingangen ingesteld op
GLOBAL). Desgewenst
kunnen echter ook verschillende luidsprekertypen
worden ingesteld, of luidsprekers per gebruikte
ingang in- of uitschakelen.
Zodra de op de vorige pagina beschreven instel-
lingen zijn gemaakt kan de AVR gebruikt wor-
den. Hoewel er nog extra instellingen gemaakt
kunnen worden, dient dit bij voorkeur te
gebeuren nadat u naar meerdere bronnen heeft
geluisterd met verschillende soorten bronmateri-
aal. Deze systeeminstellingen worden beschreven
op pagina 37 en 38 van deze handleiding.
Bovendien kan elke instelling die u in het begin
gemaakt heeft, later gewijzigd worden.
Bij het toevoegen van nieuwe of andere bronnen
of luidsprekers, of u wilt de instelling corrigeren
naar uw eigen smaak, volgt u eenvoudig de aan-
wijzingen voor het veranderen van de parameter
als hiervoor beschreven. Denk er aan dat alle wij-
zigingen op elk moment, ook bij gebruik van
afzonderlijke toetsen, in het geheugen van de
AVR worden opgeslagen, ook wanneer deze
geheel wordt uitgeschakeld, tenzij deze wordt
gereset (zie pagina 47).
Nu u klaar bent met de instelling en configuratie
van de AVR staat u op het punt het beste in
muziek en home theater weergave te beleven.
Veel plezier!
30935_AVR145_Nederl 05/12/06 11:19 Side 27