Operation Manual

29
NEDERLANDS
AVR
Uw AVR bedienen en
Geavanceerde functies
Media afspelen vanaf een Roku Streaming Stick
Wanneer u een Roku Streaming Stick aansluit op de MHL/HDMI ingang van de AVR en deze
koppelet met uw Wi-Fi thuisnetwerk, kunt u gebruik maken van de afstandsbediening
van de AVR om streaming media te zoeken en af te spelen. OPMERKING: Uw thuisnetwerk
moet Wi-Fi zijn om de Roku Streaming Stick met uw AVR te kunnen gebruiken.
1. Na het aansluiten van de Roku Streaming Stick op de MHL/HDMI ingang van de AVR,
selecteert u de MHL-bron van de AVR. De video-uitgang van de Roku Streaming Stick
moet worden weergegeven op uw tv.
2. Volg de instructies voor Roku om de Roku Streaming Stick te koppelen met uw Wi-Fi-
netwerk met behulp van de Roku-afstandsbediening.
3. Wanneer de Roku Streaming Stick is gekoppeld aan uw Wi-Fi-netwerk, tonen de
toetsen van de AVR-afstandsbediening dezelfde functies als hun tegenhangers op de
Roku-afstandsbediening:
Hoofdmenu
Vorige
menu
Menu
navigatie
Menu Item
selectie
MHL bron-
toets
Geavanceerde functies
Een groot deel van de aanpassing en configuratie van uw AVR wordt automatisch
uitgevoerd, zonder dat u veel hoeft te doen. U kunt uw AVR echter ook aanpassen aan
uw systeem en uw voorkeur. In dit gedeelte worden enkele geavanceerde aanpassingen
beschreven die u kunt uitvoeren.
Audio processing en surround geluid
Audiosignalen kunnen in een reeks van verschillende indelingen worden gecodeerd
die niet alleen van invloed zijn op de kwaliteit van het geluid, maar ook op het aantal
luidsprekerkanalen en de surround functie. U kunt ook handmatig een andere surround
functie selecteren, indien deze beschikbaar is.
Analoge audiosignalen
Analoge audiosignalen bestaan gewoonlijk uit twee kanalen, links en rechts.
Uw AVR is in
staat om twee-kanaals audiosignalen te verwerken om meerkanaals surround geluid
te produceren, zelfs als geen surround geluid mee is gecodeerd in de opname. Tot
de beschikbare functies behoren Dolby Pro Logic II/IIx/IIz, Virtual Speaker (Virtuele
luidspreker), DTS Neo:6, HARMAN NSP, 5 CH en 7 CH Stereo functies. Druk op de
toets Surround Modes (Surround functies) om een van deze functies te selecteren.
Digitale audiosignalen
Digitale audiosignalen bieden grotere flexibiliteit en capaciteit dan analoge signalen en
maken het mogelijk kanalen met afzonderlijke kanaalinformatie direct in het signaal
te coderen. Het resultaat is een betere geluidskwaliteit en een verbazingwekkende
directionaliteit, aangezien de informatie van elk kanaal apart wordt overgedragen.
Opnamen met hoge resolutie klinken buitengewoon zuiver, zonder storingen, met name
in de hoge frequenties.
Surround Functies
De selectie van de surround functie is afhankelijk van de indeling van het binnenkomende
audiosignaal en van uw persoonlijke smaak. Hoewel het nooit voorkomt dat alle surround
functies van de AVR beschikbaar zijn, is er gewoonlijk een breed scala van functies
beschikbaar voor een gegeven invoer. Tabel A12 van de bijlage, op pagina 47, bevat een
korte beschrijving van elke functie en geeft de typen binnenkomende signalen of digitale
bitstreams aan waarmee de functie kan worden gebruikt. Aanvullende informatie over de
Dolby- en DTS functies is beschikbaar op de websites van de desbetreffende bedrijven:
www.dolby.com and www.dtsonline.com.
Controleer bij twijfel het hoesje van uw disc voor meer informatie over welke surround
functies beschikbaar zijn. Gewoonlijk zijn niet-essentiële gedeelten van een disc, zoals
trailers, extra materialen of het disc-menu, alleen beschikbaar in Dolby Digital 2.0 (twee-
kanaals) of PCM twee-kanaals modus. Als de hoofdtitel wordt afgespeeld en op het
display een van deze surround functies wordt weergegeven, zoekt u naar een sectie
voor het instellen van audio of de taal in het menu van de disc. Controleer tevens of de
audio-uitvoer van uw disc-speler is ingesteld op de originele bitstream in plaats van op
twee-kanaals PCM. Stop met afspelen en controleer de uitvoerinstelling van de speler.
Meerkanaals digitale opnamen worden geproduceerd in vijf-kanaals, zes-kanaals of
zeven-kanaals formaten, met of zonder “.1” kanaal. De kanalen die zijn opgenomen in
een standaard 5.1-kanaals opname zijn linksvoor, rechtsvoor, midden, surround links,
surround rechts en LFE (low-frequency effects). Het LFE-kanaal wordt aangeduid met
“.1” om aan te geven dat het beperkt is tot de lage frequenties. 6.1-kanaals opnamen
hebben een enkel surround achter kanaal en 7.1-kanalen opnamen een surround achter
links en surround achter rechts kanalen naar de 5.1-kanaals configuratie. Nieuwe
formaten zijn beschikbaar in 7.1-kanaals configuraties. Uw AVR is instaat nieuwe audio-
indelingen af te spelen, wat een meer intense thuistheater ervaring oplevert.
Alleen AVR 1710/AVR 171: Voor gebruik van de 6.1- en 7.1-kanaals surround functies
moeten moeten de surround achter kanalen worden ingeschakeld. Zie Handmatig
luidsprekerinstellingen op pagina 30 voor meer informatie.
Voorbeelden van digitale indeling zijn Dolby Digital 2.0 (alleen twee-kanaals), Dolby
Digital 5.1, Dolby Digital EX (6.1), Dolby Digital Plus (7.1), Dolby TrueHD (7.1), DTS-HD
High-Resolution Audio (7.1), DTS-HD Master Audio (7.1), DTS 5.1, DTS-ES (6.1 Matrix
en Discrete), DTS 96/24 (5.1), twee-kanaals PCM modes in 32kHz, 44,1kHz, 48kHz,
88,1kHz, 96kHz, 176,4kHz of 192kHz, en 5.1 of 7.1 meerkanaals PCM.
Als de AVR een digitaal signaal ontvangt, worden de coderingsmethode en het aantal
kanalen gedetecteerd. Dit wordt vervolgens kort weergegeven als drie getallen,
gescheiden door slashes (bijvoorbeeld “3/2/.1”).