Operation Manual

BEDIENING 33
Bediening
in de Display
Ò
. Druk nogmaals op Mute
om naar normaal gebruik terug te keren.
• Om een ‘rechte’ frequentiekarakteristiek te
krijgen en de klankregeling en de balans van de
AVR uit te schakelen drukt u op klankregeling
in/uit
8
zodat de indicatie Tone Off tijde-
lijk in de display
Ò
verschijnt. Om de regeling
weer in te schakelen drukt u nogmaals op klank-
regeling in/uit
8
zodat Tone In tijdelijk in
de display
˜
verschijnt.
• Om alleen te luisteren sluit u een hoofdtelefoon
met 6,3 mm stereo jackplug aan op de hoofd-
telefoonuitgang
4
op het frontpaneel. Merk
op dat wanneer de plug van de hoofdtelefoon
wordt aangesloten, het woord
DOLBY H:BP
kort door de display
Ò
loopt en dat alle luid-
sprekers uitgeschakeld worden. Wanneer de plug
wordt uitgetrokken zullen de luidsprekers weer
ingeschakeld worden.
Wanneer de hoofdtelefoon in gebruik is, kunt u
de Dolby Headphone functie gebruiken wat meer-
ruimte geeft aan het luisteren met hoofdtelefoon.
Druk op Dolby Functie
M
of op Surround
Funtiegroep
5
om te kiezen uit de drie Dolby
Headphone functies.
Keuze Surround Functies
Eén van de belangrijkste eigenschappen van de
AVR 240 is de mogelijkheid een volledig meerka-
naals surround klankbeeld weer te geven van
digitale bronnen, analoge matrix gecodeerde
programma’s en standaard stereo en zelfs mono
programma’s.
De keus van een surround functie is een persoon-
lijke zaak, net als het type programmamateriaal
dat wordt gekozen. Zo dienen CD’s, films en TV-
programma’s die het logo van een van de belang-
rijke surround processen dragen, Dolby Surround
bijvoorbeeld, afgespeeld te worden in de Dolby
Pro Logic II en IIx Movie (bij films) of Music (met
muziek) surround functie, met een DTS Neo:6
functie of met de exclusieve Harman Kardon
Logic 7 Movie functie, om een volledige 5.1
kanaals weergave, of zelfs (met Logic 7 en DTS
NEO:6) 7.1 kanaals surround weergave van sur-
round gecodeerde programma’s, met een stereo
links en rechts achter signaal, precies zoals het
was opgenomen. Zo zal geluid dat links achter
was opgenomen ook alleen daar gehoord wor-
den. Nadere details op pagina 30-31.
Denk er aan dat Dolby Digital 2.0 signalen (bijv.
‘D.D. 2.0’ nummers op DVD) die gecodeerd zijn
met Dolby Pro Logic informatie en binnenkomen
via een digitale ingang automatisch in Dolby Pro
Logic II Movie worden afgespeeld (als aanvulling
op de Dolby Digital functie) en in 5.1 kanaals sur-
round worden weergegeven (zie ook Dolby
Digital op pagina 33).
Voor een breed en omringend geluid en duidelij-
ke bewegingen met analoge stereo opnamen
kiest u Dolby Pro Logic II Music of Emulation
functie of het exclusieve Harman Kardon Logic 7
Music voor een dramatische verbetering ver-
geleken met Dolby Pro Logic (I) van voorheen.
Opmerking: wanneer een programma is
gecodeerd met matrix surround informatie blijft
deze informatie behouden zolang het programma
in stereo wordt uitgezonden. Kortom, films met
surround geluid kunnen op elke analoge wijze
worden gedecodeerd: Pro Logic II en IIx Cinema,
Logic 7 Cinema of DTS Neo:6 Cinema wanneer
ze via conventionele TV-zenders, kabel of betaal-
TV of satelliet worden uitzonden. Bovendien wor-
den er steeds meer TV-programma’s, sportuitzen-
dingen, hoorspelen en muziek-CD’s opgenomen
met surround geluid. U kunt een overzicht van
deze programma’s bekijken op het web van Dolby
Laboratories: www.dolby.com.
Zelfs wanneer een programma niet genoteerd
staat als met internationale surround informatie
kan het zijn dat de Dolby Pro Logic II en IIx
Music, DTS NEO:6 Music of Logic 7 Music of
Enhanced functie uitstekende surround weergave
biedt, door gebruik te maken van de natuurlijke
surround informatie die in alle stereo-opnamen
aanwezig is.
Probeer daarom bij stereoprogramma’s zonder
surround informatie de Theater, Hall en 5/7
kanaals stereo functies (vooral effectief met oude-
re 'extreme' stereo opnamen) en met monopro-
gramma’s raden we aan de Theater of Hall func-
ties te proberen. En bij gebruik van uitsluitend
twee front luidsprekers bevelen wij het door
Harman gepatenteerde VMAx aan, waarmee een
nagenoeg driedimensionaal ruimtebeeld wordt
bereikt met slechts twee luidsprekers.
Surround functies kunnen zowel op de voorzijde
als op de afstandsbediening worden gekozen.
Om via het frontpaneel een nieuwe surround
functie te kiezen, drukt u eerst op Surround
Functiegroep
5
tot de gewenste hoofdgroep
zoals Dolby, DTS of Logic 7 is gekozen. Druk dan
op Surround functie
9
om de specifieke
individuele surround functie te kiezen.
Om via de afstandsbediening een surround func-
tie te kiezen kiest u eerst de functiegroep waarin
zich de gewenste functie bevindt: Dolby
M
,
DTS Surround
N
, DTS Neo:6
, Logic 7
O
, Stereo
of DSP Surround
A
.
De eerste keer dat de toets wordt ingedrukt, ver-
schijnt de functie van die groep die actief is, dan
wel de eerste beschikbare functie wanneer een
andere actief is. Om door de verschillende func-
ties in de groep te schakelen drukt u nogmaals
tot de gewenste functie in de display
Ò
en in-
beeld verschijnt.
Om een DSP functie te kiezen (Hall 1, Hall 2,
Theater, VMAx Near of VMAx Far) drukt u her-
haaldelijk op Surround Functie
A
om de
beschikbare functies te doorlopen.
Wanneer de geluidsfunctie verandert zal een
blauwe LED oplichten naast de gekozen functie
bij de Surround Functie
(
in de display.
Bovendien zal de AVR bij aanwezigheid van een
digitale bron automatisch naar de juiste functie
(Dolby Digital of DTS) overschakelen, e.e.a. onaf-
hankelijk van de tevoren gekozen functie. Meer
informatie over het kiezen van digitale bronnen
in het volgende hoofdstuk van deze handleiding.
Wanneer de 6-kanaals/8-kanaals directe ingan-
gen in gebruik zijn, is er geen surround proces-
sing, daar deze ingangen de analoge signalen
gebruiken van een extra, externe DVD-Audio of
SACD-speler, dan wel een ander apparaat, die
regelrecht naar de volumeregelaar gaan.
Om naar een programma te luisteren in traditio-
neel tweekanaals stereo met alleen de front luid-
sprekers links en rechts (en de subwoofer indien
geïnstalleerd en geconfigureerd), tot
SURR
OFF
in de display
Ò
verschijnt.
Digitale Audio Weergave
Digitale audio is een belangrijke stap voorwaarts
ten opzichte van het oude analoge surround sys-
teem zoals Dolby Pro Logic. Het biedt vijf of zes
discrete kanalen: links front, centrum, rechts
front, links surround en rechts surround en bij
DTS (zie verderop) zelfs surround achter (met
identieke signalen voor links en rechts).
Elk kanaal reproduceert het volledige frequentie-
bereik (20 Hz tot 20 kHz) en bezit een aanzienlijk
groter dynamisch bereik en ruimere signaal/ruis-
afstand. Bovendien hebben digitale systemen de
mogelijkheid een extra kanaal te leveren dat spe-
ciaal bedoeld is voor lage frequenties. Dit is het
‘.1’ kanaal waarnaar wordt verwezen wanneer u
deze systemen beschreven ziet als “5.1, “6.1” or
“7.1” bijvoorbeeld. Het baskanaal is gescheiden
van de andere kanalen, maar aangezien de band-
breedte opzettelijk beperkt is, hebben technici er
die specifieke benaming aan gegeven.
Dolby Digital
Dolby Digital (aanvankelijk bekend als AC-3
®
) is
een standaard onderdeel van DVD, en beschik-
baar op speciaal gecodeerde laserdiscs en satel-
lietuitzendingen. Het maakt deel uit van het nieu-
we high-definition televisie (HDTV) systeem.
Merk op dat er een extra, externe RF demodula-
tor nodig is om de AVR te gebruiken met de
Dolby Digital soundtracks op laserdiscs. Sluit de
RF uitgang van de LD-speler aan op de demodu-
lator en sluit vervolgens de digitale uitgang van
de demodulator aan op de optische of coax
ingangen

van de AVR.
Voor DVD-spelers en DTS-gecodeerde laserdiscs
is geen demodulator nodig.