Operation Manual
30 BEDIENING
Bediening
<Aanpassen uitgangsniveaus
Het normale weergaveniveau van de AVR 3550
wordt ingesteld met behulp van het testsignaal,
als beschreven op pagina 22-23. In sommige
gevallen is het wenselijk de weergaveniveaus aan
te passen met programmamateriaal waarmee u
vertrouwd bent. Verder kunnen de niveaus voor
de subwoofer en de stereo en VMAx functies
alleen via deze procedure aangepast worden.
Om de uitgangsniveaus met programmamateri-
aal aan te passen via de display
N
of via in-
beeld informatie (niet volledig!) dient eerst de
surroundfunctie waarin u de luidsprekers wilt
afstellen gekozen te worden. Zie opmerking hier-
onder. Start dan het door u gekozen programma
en stel het referentieniveau voor de front links en
rechts luidsprekers in met volume
(
#
.
Is het referentieniveau eenmaal ingesteld, druk
dan op kanaalkeuze
C
Û
waarop geduren-
de 3 seconden FL LEVEL in de display
N
verschijnt. Om het niveau te veranderen drukt u
eerst op instellen
F
Ó
en vervolgens
gebruikt u de insteltoetsen
5
of
⁄
/
¤
D
om het niveau te verhogen of te verlagen.
Gebruik NIET de volumeregelaar, want dit zal de
referentie instelling wijzigen. Druk op de toets
instellen
F
Ó
, zodra de wijziging doorge-
voerd is en druk vervolgens op de insteltoetsen
5
of
⁄
/
¤
D
om zonodig een ander kanaal
te kiezen en in te stellen.
Om het niveau van de subwoofer aan te passen,
drukt u op de insteltoetsen
5
of
⁄
/
¤
D
tot
de aanwijzing SW LEVEL in de display
N
of op de in-beeld display verschijnt (alleen van
toepassing indien de subwoofer geactiveerd is).
Druk, zodra de naam van het gewenste kanaal in
de display
N
en in beeld verschijnt, op instel-
len
F
Ó
en volg de instructies op.
Herhaal de procedure zonodig, tot alle kanalen
die u wilt afstellen zijn ingesteld. Druk als alle
instellingen zijn uitgevoerd, tweemaal op de
insteltoets
F
Ó
en de AVR zal terugkeren
naar normale bediening.
Gebruikt u een disc met ruissignalen of een
externe generator als bron om de uitgangsni-
veaus in te stellen, dan kunt u gebruik maken
van de EzSet functie van de afstandsbediening
om het juiste niveau (SPL) in te stellen. Om de
afstandsbediening hiervoor te gebruiken en de
sensor te activeren, start u het testsignaal en u
drukt op SPL
%
en laat deze snel los. Zodra
het testsignaal van de bron naar de linker front
luidspreker wordt gevoerd opent u de volume-
regelaar
(
#
tot de programma indicatie
2
op de afstandsbediening groen oplicht.
Wanneer het testsignaal naar de luidspreker
wordt gevoerd die u wilt instellen kan de pro-
gramma indicatie
2
van kleur veranderen
om het niveau aan te geven. Corrigeer het
niveau voor dat kanaal als aangegeven tot de
LED groen oplicht voor alle kanalen. Rood bete-
kent dat het signaal te sterk is, amber is te laag.
Nadat alle uitgangsniveaus zijn ingesteld drukt u
op SPL
%
om de sensor en de indicatie uit te
schakelen.
De kanaaluitgang gekoppeld aan welke ingang
dan ook, kan ook aangepast worden met het
menu systeem ‘volledig in-beeld display’. Stel
allereerst met volume
(
#
op een plezierig
geluidsniveau in. Druk vervolgens op in-beeld
display
L
om in het hoofdmenu MASTER
MENU (Afb.1) te komen. Druk daarna op
¤
D
tot de cursor
›
naast de regel CHANNEL
ADJUST (KANAALKEUZE) staat. Druk op de
toets instellen
F
om het menu CHANNEL
ADJUST (KANAALKEUZE) (Afb. 8) te activeren.
Afbeelding 8
Zodra het menu in beeld verschijnt, kunt u met
⁄
/
¤
D
de cursor
›
in beeld naast het door u
aan te passen kanaal te zetten. Druk vervolgens
op de toetsen
‹
/
›
E
om het uitgangs-
niveau te verhogen of te verlagen.
Wanneer alle aanpassingen gerealiseerd zijn,
drukt u op
⁄
/
¤
D
om de cursor
›
in beeld
naar de positie RETURN TO MENU (terug
naar menu) te verplaatsen, en druk om in het
hoofdmenu andere aanpassingen te maken op
instellen
F
. Indien u geen verdere
aanpassingen wenst te maken, dan drukt u op de
toets in-beeld display
L
om het
menusysteem te verlaten.
OPMERKING: de uitgangsniveaus kunnen voor
iedere digitale en analoge surroundfunctie afzon-
derlijk ingesteld worden. Indien u andere niveaus
voor een specifieke functie wenst, kies dan die
functie en volg stapsgewijs bovengenoemde
instructies. Bij aanpassen van de niveaus als hier-
boven omschreven, worden automatisch en in
overeenstemming daarmee (en omgekeerd), de
niveaus in het Output Adjust Menu (menu aan-
passen uitgangsniveaus, Afb. 7, pagina 23) aan-
gepast. Voor wat betreft de Stereo en VMAx
functies, is de hier beschreven procedure de
enige methode om een uitgangsniveau in te stel-
len, d.w.z. om een VMAx niveau met andere
functies in overeenstemming te brengen.
Directe 6-kanaals ingang
De AVR 3550 is uitgerust voor uitbreiding in de
toekomst door toepassing van extra, externe
adapters voor formaten die de AVR niet kan ver-
werken. Wordt er een adapter aangesloten op de
directe 6 kanaals ingang
, dan kiest u die
door op de 6-kanaals directe ingang
&
te
drukken. De directe ingang voor de 6-kanalen
kan tevens gekozen worden door op ingangs-
keuze
!
op het frontpaneel te drukken. Druk
op deze toets tot de aanwijzing CH DIRECT
(direct kanaal) in display
N
verschijnt en de
groene LED naast de indicatie
6CH(6 kanaals) ingangsindicatie
Ô
. Let
op dat bij gebruik van de directe 6 kanaals
ingang geen surroundfunctie gekozen kan wor-
den, aangezien de externe decoder de bewerking
bepaalt. Bovendien staat er geen signaal op de
opname-uitgangen bij gebruik van de directe
6-kanaals ingang en ook de klankregeling
^*
en balans
&
werken niet.
Geheugenbeveiliging
De AVR 3550 is uitgerust met een geheugenbe-
veiliging die de opgeslagen zenders van de tuner
en de systeemconfiguratie vasthoudt als het
apparaat helemaal wordt uitgeschakeld, de stek-
ker uit het stopcontact wordt genomen of wan-
neer de netspanning uitvalt. Dit geheugen blijft
ca. 1 weken behouden; daarna dient alle infor-
matie opnieuw te worden ingevoerd.
* CHANNEL ADJUST *
FRONT LEFT : 0dB
CENTER : 0dB
FRONT RIGHT : 0dB
SURR RIGHT : 0dB
SURR LEFT : 0dB
SUBWOOFER : 0dB
CHANNEL RESET: OFF ON
RETURN TO MENU