Operation Manual

24 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
Voordat u het apparaat in gebruik neemt, zult u
waarschijnlijk de instellingen voor sommige
ingangen willen veranderen zodat zij correct
geconfigureerd zijn voor de digitale en analoge
ingangen en de surround functies gekoppeld aan
elke ingang. Denk eraan dat deze instellingen
voor elke gebruikte ingang gemaakt dienen te
worden, aangezien het geheugensysteem van de
AVR de instellingen voor elke ingang afzonderlijk
opslaat. Anderzijds zullen eerst nieuwe instellin-
gen gemaakt dienen te worden nadat de sys-
teemcomponenten gewijzigd zijn.
Om dit proces snel en eenvoudig uit te voeren
raden wij aan het Full-OSD (volledig) systeem
met menu’s in beeld te gebruiken en stap voor
stap alle ingangen te doorlopen.
Opzet In/Uitgangen
De eerste stap bij het configureren van de AVR is
het kiezen van een ingang, om een analoge of
digitale ingang te koppelen aan elke bron, b.v.
CD of DVD. Denk er aan dat wanneer de ingang
is gekozen, alle instellingen voor de Digitale
Ingang, Luidspreker Configuratie en Surround
Functie daaraan gekoppeld zullen worden en in
een geheugen worden opgeslagen. Dat betekent
dat deze instellingen ook automatisch voor
andere ingangen gebruikt zullen worden.
Daarom dienen onderstaande instellingen voor
elke ingang herhaald te worden, zodat elke
ingang naar eigen inzicht en voorkeur aangepast
kan worden. Eenmaal gemaakt, is wijziging
alleen nodig wanneer u voor een bepaalde
ingang een andere instelling wenst.
Wanneer u het Full-OSD (volledig in-beeld)
systeem gebruikt om instellingen te maken, drukt
u eenmaal op OSD
L
waarop het hoofdmenu
MASTER MENU (Afb. 7) verschijnt. Denk er
aan dat de
cursor naast de regel van de
IN/OUT SETUP staat. Druk op Setup
F
om het menu te openen, waarna het IN/OUT
SETUP
menu (Afb. 8) in beeld verschijnt. Druk
op
/
E
tot de gewenste ingang bij de
Ingangsindicatie
ˆ
gemarkeerd wordt.
Afbeelding 8
Wanneer een andere dan de tuner-, 8-kanalen of
de USB-ingang als bron wordt gekozen, kunt u
de naam waarmee de ingang in de display en in
beeld verschijnt, herbenoemen. Handig wanneer
u over meer dan één videorecorder beschikt en u
bijvoorbeeld een merknaam met de ingang wilt
associëren of een naam wilt gebruiken waaraan
u de gekozen bron gemakkelijk kunt herkennen.
Om de naam van de ingang te wijzigen drukt u
op
/
¤
Navigatie
E
op de afstandsbedien-
ing zodat de cursor naar
TITLE (naam)
wijst. Druk vervolgens op Set
F
en houd deze
een paar seconden vast tot rechts van de kolom
een knipperend hokje verschijnt. Laat dan
meteen Set
F
los en u kunt de nieuwe naam
invoeren.
Druk op
/
¤
Navigatie
E
waarop een
overzicht van alle alfanumerieke karakters ver-
schijnt, beginnend met hoofdletters, gevolgd
door kleine letters en tenslotte nummers en sym-
bolen. Drukt u op
¤
Navigatie
E
dan ver-
schijnt een reeks symbolen en nummers, gevolgd
door een omgekeerd overzicht van kleine letters.
Druk nu op de toets in de gewenste richting tot
het eerste karakter van de gewenste naam ver-
schijnt. Wilt u een spatie als eerste karakter
gebruiken, druk dan op
Navigatie
E
.
Zodra het gewenste karakter verschijnt drukt u
op
Navigatie
E
en u herhaalt deze proce-
dure voor de volgende letter, enzovoort tot de
gewenste naam van maximaal 14 karakters is
ingevoerd.
Druk op Set
F
om de ingevoerde naam in het
systeemgeheugen op te slaan en verder te gaan
met de configuratie.
Alle standaard audio-ingangen voor alle bronnen
uitgezonderd de Tuner, USB en 6/8-Kanalen
Directe ingangen vindt u in de tabel in de Bijlage.
Wanneer uw systeem configuratie overeenkomt
met de standaard tabel zijn geen wijzigingen
nodig en kunt u op
/
¤
E
F drukken om
naar de volgende regel te gaan.
Met de cursor op de regel
AUDIO
IN-PORT
(audio ingang) drukt u op
/
E
F om de standaard ingang in een andere
te wijzigen. Zodra de naam van de gewenste
ingang verschijnt drukt u op
/
¤
E
F om
naar de volgende regel te gaan.
Bij normaal gebruik zal het apparaat bij onder-
breking van de digitale audio stream automa-
tisch omschakelen naar de analoge ingang,
gekoppeld aan die bron. Dat is vooral belangrijk
bij kabel settop boxen waarvan de ingangen nor-
maal gesproken digitaal zijn, maar een enkele
keer omschakelen naar analoog. Wilt u een
ingang zo programmeren dat die automatische
omschakeling (poll) niet actief is, druk dan terwijl
de in-beeld cursor naar
AUDIO AUTO
POLL
wijst op
/
E
F zodat OFF (uit)
wit oplicht in plaats van ON (aan).
Zodra de gewenste instelling is ingevoerd, drukt
u op
/
¤
E
F om naar de volgende regel
te gaan.
Wanneer de cursor op de regel
VIDEO IN-
PORT
(video-ingang) staat, kunt u een alter-
natief kiezen voor de standaard instelling voor de
video-ingang gekoppeld aan een bron. Voor de
Video 1 en Video 4 ingangen zal de standaard
instelling
AUTO composiet of S-video kiezen,
afhankelijk van welke een signaal ontvangt. Voor
de Video 2, Video 3 en DVD-ingangen kiest
AUTO normaal gesproken de standaard compo-
nent ingang, maar indien niet in gebruik kiest het
systeem een composiet of S-video uitgang wan-
neer een daarvan actief is.
Om ervoor te zorgen dat de AVR altijd naar een
specifieke bron kijkt wanneer een ingang wordt
gekozen, controleert u of de cursor naar de regel
VIDEO IN-PORT staat en u drukt op
/
E
F tot de naam van de gewenste ingang
verschijnt. De standaard instelling voor HDMI
ingangen is
AUTO en hoeft doorgaans niet te
worden gewijzigd. In systemen waarin de HDMI-
verbinding alleen wordt gebruikt voor
meerkanalen audio (bijv. HDMI 1.1) maar het
videosignaal component is, dient de instelling
hier vanwege beperkingen in het beeldscherm, te
worden gewijzigd in
COMPONENT.
Wanneer de gewenste instellingen voor de video-
ingangen zijn gemaakt, drukt u op
/
¤
E
F om naar de volgende regel te gaan.
Wanneer uw systeem een bron bevat die is
voorzien van Y/Pr/Pb component video ingangen
kan de AVR deze omschakelen en de juiste sig-
nalen naar het beeldscherm sturen. Elke van de
Component Video Ingangen
JL
is
toegewezen aan een standaard bron als
aangegeven in de Bijlage, maar wanneer uw sys-
teem anders is aangesloten dan de standaard
instellingen, kunt u één van de drie ingangen
kiezen voor elke bron, uitgezonderd de HDMI
ingangen voor de Tuner. Beschikt uw systeem
(nog) niet over component video of hoeft de
standaard instelling niet gewijzigd te worden,
druk dan op
¤
Navigatie
E
F om naar de
volgende instelling te gaan.
* IN/OUT SETUP *
SOURCE: VIDEO 1
TITLE:
AUDIO IN-PORT: ANALOG
AUDIO AUTO POLL: ON OFF
VIDEO IN-PORT: AUTO
COMPONENT INPUT: COMP 1
VIDEO PROCESS: V CONVER
A/V SYNC DLAY: 0mS
MASTER MENU PAGE 2
29851_AVR645_Holl 28/11/06 7:19 Side 24