Operation Manual

46 BEDIENING
Bediening
Na een korte tijd verdwijnt het menu uit beeld.
Deze tijd wordt ingesteld met de full-OSD Time
Out instelling in het Systeem Instellingen menu,
als beschreven in de paragraaf ‘Bijzondere
Functies’. U kunt het Now Playing menu
oproepen door op
/
E
te drukken en
door de menu’s te navigeren als eerder
beschreven.
Opmerking: het wordt dringend aanbevolen de
schermbeveiliging die in uw beeldscherm is
ingebouwd, te gebruiken om mogelijke schade
aan uw plasmascherm of beeldbuis door
inbranden te voorkomen. Schade kan ontstaan
doordat een menu of stilstaand beeld langdurig
in beeld blijft staan.
Instelling Uitgangsniveau
Het normale weergaveniveau van de AVR wordt
ingesteld met behulp van het testsignaal, als
beschreven op pagina 35. In sommige gevallen
echter, is het wenselijk om de weergaveniveaus
aan te passen aan de diverse programma’s waar
u bekend mee bent. Verder kunnen de weergave
niveaus voor de subwoofer en de Stereo functies
alleen maar via deze procedure aangepast
worden.
Om de weergaveniveaus aan programma’s aan
te kunnen passen, dient eerst de surroundfunctie
waarin u de luidsprekers wilt afstellen (zie
opmerking hieronder) gekozen te worden. Start
vervolgens het door u gekozen programma en
stel, met volume
het referentie niveau voor
de front luidsprekers links en rechts in.
Als het referentieniveau eenmaal is ingesteld,
drukt u op kanaalkeuze
C
Ù
waarop
FRONT L LEVEL verschijnt in de display
Ò
. Om het niveau te veranderen drukt u eerst
op instellen
F
@
en vervolgens gebruikt u
de insteltoetsen
7
of
/
¤
D
om het
niveau te verhogen of te verlagen. Gebruik NIET
de volumeregelaar, want dit zal de referentie
instelling wijzigen. Druk op de toets instellen
F
@
, zodra de wijziging doorgevoerd is en
druk vervolgens op de insteltoetsen
7
of
/
¤
D
om de locatie van zonodig een ander
kanaal dat u wenst aan te passen, te kiezen. Om
het niveau van de subwoofer aan te passen,
drukt u op de insteltoetsen
7
of
/
¤
D
tot de aanwijzing WOOFER LEVEL in de
display
Ò
of op de in-beeld display verschijnt
(alleen van toepassing indien de subwoofer
geactiveerd is).
Druk, zodra de naam van het gewenste kanaal in
de display
Ò
en in beeld verschijnt, op in-
stellen
F
@
en volg de instructies op.
Herhaal deze procedure zonodig om alle kanalen
in te stellen. Wanneer alle instellingen zijn
gemaakt en gedurende vijf seconden worden
geen correcties meer gemaakt keert de AVR
terug naar normaal gebruik.
De kanaaluitgang gekoppeld aan welke ingang
dan ook, kan ook aangepast worden m.b.v. het
menu systeem ‘volledig in-beeld display’. Stel
allereerst met volume
ı
op een plezierig
geluidsniveau in.
Druk dan op In-Beeld
L
om het hoofdmenu
op te roepen (Afbeelding 1). Druk tweemaal op
¤
D
tot de knop Speaker wit wordt
gemarkeerd. Druk op Set
F
om het menu op
te roepen en nogmaals om de regel
Manual
Configuration
(zelf instellen) te active-
ren. Gebruik
/
¤
D
om naar de regel Ch
Adjust
(kanaal instellen) en druk op Set
F
om het Ch Adjust submenu op te
roepen.
Afbeelding 29
Zodra het menu verschijnt wordt het testsignaal
uitgeschakeld. Op die manier kan ook een exter-
ne test-CD of ander bronmateriaal als testsignaal
worden gebruikt. Druk op Set
F
en kies met
/
¤
D
de kanalen die u wilt corrigeren. Op
elke kanaal drukt u op Set
F
en vervolgens
stelt u met
/
E
het uitgangsniveau in.
Onthoud wanneer u een disc met een testsignaal
gebruikt (b.v. roze ruis) of een externe testgene-
rator, dat het er om gaat alle kanalen op de luis-
terpositie met gelijke sterkte te horen, ongeacht
welke surround functie is gekozen. Gebruikt u
een gewone disc met muziek als testsignaal dan
kunt u het niveau van elk kanaal naar eigen
inzicht instellen, en u kunt bijvoorbeeld het cen-
trum kanaal wat zachter zetten of de achter
kanalen wat luider omdat u deze in bepaalde
omstandigheden wat te zacht vindt.
Wanneer u alle niveaus in de oorspronkelijke
fabrieksinstelling 0 dB wilt terugzetten, druk dan
op
/
¤
D
zodat de blauwe cursorbalk de
regel
RESET markeert en druk op Set
F
.
Nadat de niveaus zijn teruggezet hervat u de
procedure om de gewenste niveau instellingen te
maken. Wanneer alle instellingen zijn gemaakt,
drukt u op
E
zo vaak als nodig is om terug
te gaan naar het hoofdmenu om andere instel-
lingen te maken. Indien u geen verdere aan-
passingen wenst te maken, dan drukt u op de
toets in-beeld display
L
om het menu-
systeem te verlaten.
Opmerking: de uitgangsniveaus kunnen voor
iedere digitale en analoge surroundfunctie
afzonderlijk ingesteld worden. Indien u andere
niveaus voor een specifieke functie wenst, kies
dan die functie en volg stapsgewijs bovenge-
noemde instructies.
Met de Stereo functies is de hiervoor beschreven
procedure de enige manier om de uitgangs-
niveaus in te stellen, b.v. om de niveaus van
Stereo aan de andere aan te passen.
Dimmer
Daar de AVR vaak gebruikt zal worden bij het
bekijken van films of videoprogramma’s en met
gedimd licht, kan het wenselijk zijn de lichtsterk-
te van de display en de indicaties op de voorzijde
te dimmen zodat zij het kijken niet storen. U
kunt de displays dimmen als aangegeven op
pagina 49, of de lichtsterkte direct met de
afstandsbediening regelen.
Druk eenvoudig op Dimmer
om het front
tot de helft van de normale sterkte te dimmen;
nogmaals indrukken om de displays uit te scha-
kelen. Denk eraan dat wanneer de displays wor-
den gedimd of uitgeschakeld, de witte indicatie
naast Standby/Aan
2
normaal blijft branden
als teken dat de AVR is ingeschakeld.
Denk er aan dat alle wijzigingen van de verlich-
ting tijdelijk zijn; de displays keren terug naar
normale sterkte zodra de AVR uit en weer inge-
schakeld wordt. Om zonder uitschakelen naar de
normale sterkte terug te keren drukt u zo vaak
op Dimmer
als nodig is om weer de nor-
male sterkte te bereiken.
Naast het dimmen of uitschakelen van de dis-
plays kan de display automatisch weer oplichten
zodra een toets op de afstandsbediening of de
voorzijde wordt ingedrukt, om na een vaster
periode weer te doven. U doet dat door de juiste
instellingen te maken op de regel
VFD Fade
Timeout
van het SYSTEM SETUP men,
als aangegeven op pagina 49.
Geheugenbeveiliging
Dit product is uitgerust met een geheugenbevei-
liging die de opgeslagen zenders van de tuner en
de systeemconfiguratie vasthoudt als het appa-
raat helemaal wordt uitgeschakeld, de stekker uit
het stopcontact wordt genomen of wanneer de
netspanning uitvalt. Dit geheugen blijft ca.
2 weken behouden; daarna dient alle informatie
opnieuw te worden ingevoerd.