Operation Manual
71
Nederlands
NL
Opgetreden
storing
Mogelijke oorzaken Oplossing
Tijdens de meting loopt de
manchet te snel of te langzaam
leeg.
De manchet kan losser of
strakker zijn gaan zitten.
Ook een beweging tijdens het
meten is mogelijk.
Storing bij het leeglopen of
abnormaal drukverlies.
Controleer of de manchet
correct is aangelegd. Beweeg
niet tijdens het meten.
De luchtslang is niet goed in het
apparaat gestoken of geknikt.
Controleer of de aansluitstekker
juist is ingestoken en ga na of
de luchtslang geknikt is.
De oppompdruk is hoger dan
300 mmHg.
De druk wordt automatisch
verminderd.
Herhaal de meting na een
rustpauze van minstens
1minuut.
Als het batterijsymbool knippert,
zijn de batterijen bijna leeg.
Er kunnen nog maar enkele
metingen worden uitgevoerd.
Houd nieuwe batterijen van
hetzelfde type bij de hand (type
AA/LR06).
Als het batterijsymbool continu
oplicht, zijn de batterijen leeg en
moet u ze vervangen.
Plaats nieuwe batterijen van
hetzelfde type in het apparaat
(type AA/LR06). Controleer
daarna de datum / het
tijdstip en stel de gegevens
indien nodig opnieuw in (zie
hoofdstuk 4).
Niet-plausibele
gemeten waarden
Niet-plausibele gemeten
waarden verschijnen als het
apparaat niet op de juiste wijze
wordt gebruikt of als er sprake is
van fouten tijdens het meten.
Neem de 10 gouden regels
voor het meten van de
bloeddruk in acht (zie
hoofdstuk 5.1) en let ook op
alle belangrijke aanwijzingen in
hoofdstuk 2.
Herhaal vervolgens de meting.
Indien nogmaals niet-plausibele
gemeten waarden verschijnen:
neem in dat geval contact op
met uw arts!










