Operation Manual

HEIDENHAIN CNC PILOT 4290 101
3.7 Belastingsbewaking
3.7 Belastingsbewaking
Bij de productie met belastingsbewaking vergelijkt de CNC PILOT de
draaimomenten resp. de "werking" van de aandrijvingen met de
waarden die tijdens een "referentieprocedure" zijn bepaald.
Bij overschrijding van de "draaimoment-grenswaarde 1" of
"bewerkings-grenswaarde" wordt het gereedschap als "verbruikt"
aangeduid. Bij overschrijding van "draaimoment-grenswaarde 2"
neemt de CNC PILOT aan dat er sprake is van een gereedschapsbreuk
en wordt de bewerking (aanzetstop) gestopt. Overschrijding van de
grenswaarden wordt in de foutmelding opgenomen.
De belastingsbewaking geeft verbruikt gereedschap in de
"gereedschapsdiagnosebits" aan. Wanneer u gebruikmaakt van de
standtijdbewaking, beheert de CNC PILOT het vervangend
gereedschap De "gereedschapsdiagnosebits" kunt u ook in het NC-
programma verwerken.
Bij belastingsbewaking legt u in het NC-programma Bewakingszones
vast en definieert u de te bewaken aandrijvingen (G995). De
draaimoment-grenswaarden in een bewakingszone hebben
betrekking op het maximum draaimoment dat bij de
referentiebewerking is bepaald.
De CNC PILOT controleert de draaimoment- en bewerkingswaarden
bij elke interpolatorcyclus en toont de waarden in een tijdraster van
20 msec. De grenswaarden worden uit de referentiewaarden en de
grenswaardefactor (regelparameter 8) berekend. De grenswaarden
kunnen naderhand worden gewijzigd in "Bewakingsparameters
bewerken".
Let erop dat de omstandigheden bij de
referentiebewerking en later bij de productie dezelfde
zijn (aanzet- en toerental-override, kwaliteit van het
gereedschap, etc.)
Per bewakingszone worden maximaal 4 apparaten
bewaakt.
Met "G996 Type belastingsbewaking" regelt u het
uitschakelen van de ijlgangbanen en de bewaking per
draaimoment en/of bewerking.
De grafische weergaves en digitale uitlezingen zijn
gerelateerd aan de nominale draaimomenten.