Operation Manual
102
3.7 Belastingsbewaking
Werken met belastingsbewaking
Bij toepassing van de belastingsbewaking zou bij een verbruikt
gereedschap een duidelijk hoger draaimoment vereist zijn dan bij een
niet-verbruikt gereedschap. Hieruit volgt dat aandrijvingen moeten
worden bewaakt die aan een duidelijke belasting zijn blootgesteld. Dat
is meestal de hoofdspil.
Verspaningen met kleine snijdieptes kunnen vanwege de geringe
wijziging van het draaimoment slechts beperkt worden bewaakt.
Een verlaging van het draaimoment wordt niet geconstateerd.
Bewakingszone vastleggen: De draaimoment-referentiewaarden
zijn gebaseerd op de grootste draaimomenten van de zone. Hieruit
volgt dat kleinere draaimomentwaarden slechts beperkt kunnen
worden bewaakt.
Kopdraaien met constante snijsnelheid: de spil wordt bewaakt
zolang de versnelling <= 15 % van de gemiddelde waarde uit
maximale versnelling en maximale remvertraging (MP 811, ...). Omdat
de versnelling door het hogere toerental wordt vergroot, wordt
meestal alleen de fase na de aansnijding bewaakt.
Ervaringswaarden (bij staalbewerking):
bij langsdraaien moet de snijdiepte > 1 mm bedragen
bij insteken moet de snijdiepte > 1 mm bedragen
bij het boren "in volmateriaal" moet de boordiameter 6..10 mm
bedragen