Operation Manual

HEIDENHAIN CNC PILOT 4290 103
3.7 Belastingsbewaking
Referentiebewerking
Bij referentiebewerking (streefwaarderegistratie) worden het
maximale draaimoment en de bewerkingen van iedere
bewakingszone bepaald. Deze waarden gelden als
referentiewaarden.
De CNC PILOT voert een referentiebewerking uit, wanneer:
 er geen "bewakingsparameters" beschikbaar zijn.
 u in de dialoogbox "Referentiebewerking" (na de "programmakeuze")
"ja" kiest.
Weergave activeren:
U "Weerg(ave) > Weergave belastingsbewaking" kiezen: de CNC
PILOT schakelt naar het submenu "Streefwaarderegistratie"
Submenu "Streefwaarderegistratie":
 Menu-item "Curves"
 Wijs aan de invoervelden "Curve 1..4" de aandrijvingen toe.
 Met het "weergaveraster" beïnvloedt u de nauwkeurigheid van de
weergave. Een "klein raster" verhoogt de nauwkeurigheid
(waarden: 4, 9, 19, 39 seconden per afbeelding).
 Menugroep "Modus"
 Lijngrafiek: toont het draaimoment via de tijdas.
 Balkdiagram: toont het draaimoment als balk en markeert de
piekwaarden.
 Meetwaarden opslaan/niet opslaan: opslag is een voorwaarde
om op een later tijdstip een analyse van de referentiebewerking
te kunnen uitvoeren. De uitlezing "Gegevens schrijven" geeft de
instelling aan.
 Grenswaarden overschrijven/niet overschrijven: instelling of
de grenswaarden bij een nieuwe referentiebewerking worden
overschreven.
 Pauze: stopt de uitlezing
 Verder: hiermee wordt de weergave voortgezet
 Auto: terug naar het menu Automatisch bedrijf
Aanvullende informatie tijdens de registratie:
 Zonenummer: actuele bewakingszone
 Negatief voorteken: het proces wordt niet bewaakt (voorbeeld:
uitschakelen van de ijlgangbanen).
 Ger.: actief gereedschap
 Gekozen aandrijvingen worden opgesomd en de actuele
draaimomenten worden getoond.
 Regelweergave