Operation Manual

HEIDENHAIN CNC PILOT 4290 113
4.1 DIN-programmering
Maateenheden
NC-programma's kunnen "metrisch" of "in inches" worden geschreven.
De maateenheid wordt vastgelegd in het veld "Eenheid" (zie
"Programmadeel PROGRAMMAKOP" op bladzijde 139).
Elementen van het DIN-programma
Een DIN-programma omvat de volgende elementen:
Programmanummer
Programmadeel-aanduidingen
NC-regels
Functies voor het structureren van programma's
Commentaarregels
Het programmanummer begint met "%" gevolgd door maximaal 8
tekens (cijfers, hoofdletters of "_", geen trema's) en heeft de extensie
"nc" voor hoofdprogramma's resp. "ncs" voor subprogramma's. Als
eerste teken moet een cijfer of letter worden gebruikt.
Programmadeel-aanduidingen: wanneer u een nieuw DIN-
programma maakt, zijn er al programmadeel-aanduidingen ingevoerd.
Afhankelijk van de uit te voeren werkzaamheden voegt u andere
programmadelen toe of wist u ingevoerde aanduidingen. Een DIN-
programma moet minimaal de programmadeel-aanduidingen
BEWERKING en EINDE bevatten.
NC-regels beginnen met een "N" die wordt gevolgd door een
regelnummer (maximaal 4 cijfers). De regelnummers hebben geen
invloed op de programma-afloop. Ze dienen om een NC-regel aan te
duiden..
De NC-regels van de programmadelen PROGRAMMAKOP,
REVOLVER en SPANMIDDEL zijn niet opgenomen in de "Organisatie
van regelnummers" van de DIN-editor.
Een NC-regel bevat NC-functies zoals verplaatsings-, schakel- of
besturingsfuncties. Verplaatsings- en schakelfuncties beginnen met
een "G" resp. "M", gevolgd door een cijfercombinatie (G1, G2, G81, M3,
M30, ...) en de adresparameters. Besturingscommando's bestaan uit
"sleutelwoorden" (WHILE, RETURN, etc.), of uit een letter-
cijfercombinatie.
NC-regels die uitsluitend variabelenberekeningen bevatten, zijn
toegestaan.
In een NC-regel kunnen meer NC-functies worden geprogrammeerd
wanneer niet dezelfde adresletters worden gebruikt en deze geen
"tegenstrijdige" functie hebben.
Een eenmaal vastgelegde maateenheid kan niet meer
worden veranderd.