Operation Manual
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290 139
4.4 Programmadeel-aanduiding
Programmadeel PROGRAMMAKOP
Instructies voor en informatie over de PROGRAMMAKOP:
Slede: het NC-programma wordt uitsluitend op de opgegeven
sledes uitgevoerd.
Invoer "1": voor $1
Invoer "12": voor $1 en $2
Geen invoer: NC-programma wordt op elke slede uitgevoerd
Eenheid:
Maateenheid metrisch of inch instellen
Geen invoer: de in regelparameter 1 ingestelde maateenheid
wordt overgenomen
De andere velden bevatten organisatorische informatie en
instelinformatie die geen invloed heeft op de programma-afloop.
De informatie van de programmakop wordt in het DIN-programma
met "#" aangegeven.
Bij "Besturen" (werkstand Transfer) wordt de invoer in het veld
"Tekening" bij de opsomming van de NC-hoofdprogramma's getoond.
Variabelenweergave:
Oproep van de weergave:
U Op de knop Variabelenweergave in de dialoogbox
„Programmakop bewerken" klikken
In de dialoogbox kunt u maximaal 16 V-variabelen voor de programma-
afloop-besturing vastleggen. Tijdens automatisch bedrijf en bij
simulatie kunt u instellen of de variabelen bij de programma-afloop
moeten worden opgevraagd. Als alternatief vindt de programma-
afloop met de "vooraf ingestelde waarden" plaats.
Voor elke variabele legt u vast:
Nummer van de variabele
Vooraf ingestelde waarde (initialisatiewaarde)
Beschrijving (tekst waarmee deze variabele bij de programma-afloop
wordt opgevraagd)
De vastlegging van de variabelenweergave is een alternatief op de
programmering met INPUTA-/PRINTA-commando's.
U kunt "eenheid" alleen programmeren, wanneer u bij het
maken van een nieuw NC-programma "Programmakop"
oproept. Op een later tijdstip kunnen geen wijzigingen
meer worden aangebracht.