Operation Manual

HEIDENHAIN CNC PILOT 4290 153
4.6 Basiselementen van te draaien contour
Voorbeeld: G2-, G3-Geo
Cirkelboog te draaien contour G12-/G13-Geo
Met G12/G13 wordt een cirkelboog in een te draaien contour met
absolute middelpuntmaat vastgelegd. Rotatierichting (zie
helpscherm):
G12: met de klok mee
G13: tegen de klok in
. . .
BEWERKT WERKSTUK
N1 G0 X0 Z-10
N2 G3 X30 Z-30 R30
Eindpunt en radius
N3 G2 X50 Z-50 I19.8325 K-2.584
Eindpunt en middelpunt incrementeel
N4 G3 XI10 ZI-10 R10
Eindpunt incrementeel en radius
N5 G2 X100 Z? R20
Onbekende eindpuntcoördinaten
N6 G1 XI-2.5 ZI-15
. . .
Parameters
X Eindpunt contourelement (diametermaat)
Z Eindpunt contourelement
I Middelpunt (radiusmaat)
K Middelpunt
R Radius
Q Snijpunt. Eindpunt wanneer de cirkelboog een rechte of een
cirkelboog snijdt (default: 0):
Q=0: snijpunt dichtbij
Q=1: snijpunt op afstand
B Afkanting/afronding. Legt de overgang naar het volgende
contourelement vast. Programmeer het theoretische eindpunt,
wanneer u een afkanting/afronding opgeeft.
Geen invoer: tangentiële overgang
B=0: niet-tangentiële overgang
B>0: afrondingsradius
B<0: breedte van de afkanting
E Speciale aanzet voor afkanting/afronding bij
nabewerkingscyclus (default: 1)
Speciale aanzet = actieve aanzet * E (0 < E <= 1)
Programmering X, Z: absoluut, incrementeel, blijft tot
uitschakeling ingeschakeld, of "?"