Operation Manual

182
4.11 Mantelvlakcontouren
4.11 Mantelvlakcontouren
Startpunt mantelvlakcontour G110-Geo
Met G110 wordt het beginpunt van een mantelvlakcontour
vastgelegd.
Baan mantelvlakcontour G111-Geo
Met G111 wordt een baan in een mantelvlakcontour vastgelegd.
Parameters
Z Beginpunt
C Beginpunt (starthoek)
CY Beginpunt als "baanmaat"; referentie: manteluitslag bij
"referentiediameter"
Programmeer Z, C of Z, CY.
Parameters
Z Eindpunt
C Eindpunt (eindhoek)
CY Eindpunt als "baanmaat"; referentie: manteluitslag bij
"referentiediameter"
A Hoek ten opzichte van de Z-as
B Afkanting/afronding. Legt de overgang naar het volgende
contourelement vast. Programmeer het theoretische
eindpunt, wanneer u een afkanting/afronding opgeeft.
Geen invoer: tangentiële overgang
B=0: niet-tangentiële overgang
B>0: afrondingsradius
B<0: breedte van de afkanting
Q Snijpunt. Eindpunt wanneer de baan een rechte snijdt
(default: 0):
Q=0: snijpunt dichtbij
Q=1: snijpunt op afstand