Operation Manual
218
4.20 Contourgerelateerde draaicycli
Toepassing als cyclus met 4 assen
Dezelfde diameter: beide sledes worden gelijktijdig gestart.
Verschillende diameters:
de "geleide" slede start wanneer de leidende slede "aanloop B"
heeft bereikt. Deze synchronisatie vindt bij elke snede plaats.
Elke slede zet met de berekende snijdiepte aan.
In geval van een oneven aantal snedes voert de "leidende slede"
de laatste snede uit.
Bij een "constante snijsnelheid" is de snijsnelheid afhankelijk van
de leidende slede.
Het leidende gereedschap wacht met de terugtrekbeweging op
het volgende gereedschap.
Voorbewerken dwars G820
Met G820 wordt het met "NS, NE" beschreven contourgedeelte van
"NS naar NE" verspaand. Het verspaningsvlak wordt eventueel in meer
gedeeltes onderverdeeld (bijv.: bij terugvallende contouren).
Let bij cycli met 4 assen op identiek gereedschap
(gereedschapstype, snijkantradius, spaanhoek, etc.)
0
2
H
1
X
Z
A
W
P
K
Z
I
Ø
Parameters
NS Beginregelnummer (begin van het contourgedeelte)
NE Eindregelnummer (einde van het contourgedeelte)
NE niet geprogrammeerd: het contourelement NS wordt in
contourdefinitierichting bewerkt.
NS=NE geprogrammeerd: het contourelement NS wordt
tegengesteld aan de contourdefinitierichting bewerkt.
P Maximale aanzet
I Overmaat in X-richting (diametermaat) – (default: 0)
K Overmaat in Z-richting (default: 0)
E Insteekinstelling
E=0: neergaande contouren niet bewerken
E>0: insteekaanzet
Geen invoer: aanzetreductie afhankelijk v.d. insteekhoek –
maximaal 50%
X Snijkantbegrenzing in X-richting (diametermaat) – (default:
geen snijkantbegrenzing)
Z Snijkantbegrenzing in Z-richting (default: geen
snijkantbegrenzing)
H Vrijzetmethode (default: 0)
H=0: verspaant na elke snede langs de contour
H=1: zet met 45° vrij; contourafronding na de laatste snede
H=2: zet met 45° vrij – geen contourafronding