Operation Manual
230
4.20 Contourgerelateerde draaicycli
Bewerkingsinstructies:
Omschakeling van draai- naar steekbewerking: voordat er wordt
omgeschakeld van draai- naar steekbewerking, trekt de CNC PILOT
het gereedschap 0,1 mm terug. Hiermee wordt een "schuine"
snijkant voor de steekbewerking rechtgezet. Dit geschiedt
onafhankelijk van "verspringingsbreedte B".
Afrondingen en afkantingen aan de binnenzijde: afhankelijk van
de breedte van de steekbeitel en de afrondingsradiussen vinden er
vóór de bewerking van de afronding steekslagen plaats waarmee
een "vloeiende omschakeling" van steek- naar draaibewerking wordt
voorkomen. Op die manier wordt beschadiging van het
gereedschap voorkomen.
Kanten: vrijstaande kanten worden met een steekbewerking
verspaand. Hierdoor worden "hangende ringen" voorkomen.
Cyclusverloop (bij Q=0 of 1)
1 Berekent de verspaningsgedeeltes en de snede-opdeling.
2 Zet vanaf het startpunt aan voor de eerste snede en houdt daarbij
rekening met de veiligheidsafstand.
Radiale insteek: eerst in Z-, dan in X-richting
Axiale insteek: eerst in X-, dan in Z-richting
3 Steekt in (steekbewerking).
4 Verspaant haaks op de steekrichting (draaibewerking).
5 Herhaalt 3...4 totdat het verspaningsgedeelte is bewerkt.
6 Herhaalt eventueel 2..0.5, totdat alle verspaningsgedeeltes zijn
bewerkt.
7 Indien Q=0: wordt de contour nabewerkt