Operation Manual

HEIDENHAIN CNC PILOT 4290 231
4.20 Contourgerelateerde draaicycli
Nabewerken contour G890
Met G890 wordt het met "NS, NE" beschreven contourgedeelte,
inclusief afkantingen/afrondingen, in een nabewerkingssnede
nabewerkt. Er wordt van "NS naar NE" bewerkt.
Codes voor het verbergen van insteken en
draaduitlopen.
G-
oproep
Functie D-code
G22 Afdichtingsring insteek 512
G22 Borgring insteek 1.024
G23 H0 Algemene insteek 256
G23 H1 Vrijdraaiing 2.048
G23 H4 Draaduitloop vorm U 32.768
G23 H5 Draaduitloop vorm E 65.536
G23 H6 Draaduitloop vorm F 131.072
G23 H7 Draaduitloop vorm G 262.744
G23 H8 Draaduitloop vorm H 524.288
G23 H9 Draaduitloop vorm K 1.048.576
Voeg de codes toe om meer elementen te
verbergen.
K
1
2
H=
2
0
Q = 3
Z
Q=
1
X
Z
I
Ø
Parameters
NS Beginregelnummer (begin van het contourgedeelte)
NE Eindregelnummer (einde van het contourgedeelte)
NE niet geprogrammeerd: het contourelement NS wordt in
contourdefinitierichting bewerkt.
NS=NE geprogrammeerd: het contourelement NS wordt
tegengesteld aan de contourdefinitierichting bewerkt.
E Insteekinstelling
E=0: neergaande contouren niet bewerken
E>0: insteekaanzet
Geen invoer: neergaande contouren met
geprogrammeerde aanzet bewerken
V Aanduiding begin/einde (default: 0)
Een afkanting/afronding wordt bewerkt:
V=0: aan het begin en einde
V=1: aan het begin
V=2: aan het einde
V=3: geen bewerking
V=4: afkanting/afronding wordt bewerkt, niet het
basiselement (voorwaarde: contourgedeelte met een
element)
Q Benaderingsmethode (default: 0)
Q=0: automatische keuze – de CNC PILOT controleert:
diagonaal benaderen
eerst in X-, dan in Z-richting
equidistant om de hindernis heen
weglaten van de eerste contourelementen wanneer de
startpositie niet bereikbaar is
Q=1: eerst in X-, dan in Z-richting
Q=2: eerst in Z-, dan in X-richting
Q=3: niet benaderen – gereedschap is in de buurt van het
beginpunt
Q=4: rest nabewerken