Operation Manual
244
4.22 Schroefdraadcycli
De minimale aanloop- en overlooplengte kan worden berekend met de
volgende formule.
Starthoek C: aan het einde van "aanloopbaan B" is de spil op positie
"starthoek C". Positioneer daarom het gereedschap met de
aanlooplengte of een veelvoud daarvan vóór het begin van de
schroefdraad, wanneer de schroefdraad precies in de starthoek moet
beginnen.
Voorsturing: met G31 wordt de voorsturing niet uitgeschakeld. In
aparte NC-regels kunt u de voorsturing uit- en weer inschakelen (zie
"Voorsturing G918" op bladzijde 310).
De draadsnijgangen worden met behulp van de draaddiepte, "aanzet I"
en "aanzetmethode V" berekend.
Het schroefdraad snijden kan worden beïnvloed met Smooth-
Threading (zie "Schroefdraadschakelaar G933" op bladzijde 242).
Smooth-Threading uitgeschakeld
Aanlooplengte: B = 0,75 * (F*S)² / a + 0,15
Overlooplengte: P = 0,75 * (F*S)² / e + 0,15
Smooth-Threading ingeschakeld
Aanlooplengte: B = 0,75 * (F*S)² / a * 0,66 + 0,15
Overlooplengte: P = 0,75 * (F*S)² / e * 0,66 + 0,15
F: spoed in mm/omwenteling
S: toerental in omwentelingen/seconde
a, e: versnelling in mm/s² (zie "Versnelling regelbegin/regeleinde"
in MP 1105, ...)
"Aanzetstop" werkt aan het einde van een
draadsnijgang.
Aanzet-override is niet actief.
Spil-override niet gebruiken bij uitgeschakelde
voorsturing!
Let op: botsingsgevaar!
Bij een te grote "overlooplengte P" bestaat er
botsingsgevaar. U controleert de overlooplengte bij de
simulatie.
De spilreferentie wordt uit de laatst geprogrammeerde
aanzet per omwenteling afgeleid.