Operation Manual
254
4.23 Boorcycli
Bewerkingsmogelijkheden:
Stilstaande draadtap: hoofdspil en aanzetaandrijving worden
gesynchroniseerd.
Aangedreven draadtap: aangedreven gereedschap en
aanzetaandrijving worden gesynchroniseerd.
Diepboren G74
Met G74 worden axiale/radiale boringen in meer stappen met
stilstaande of aangedreven gereedschappen gemaakt.
"Cyclusstop" werkt aan het einde van het schroefdraad
tappen.
Aanzet-override is niet actief.
Spil-override niet gebruiken!
Bij niet-gestuurde gereedschapsaandrijving (zonder
ROD-impulsgever) is voedingscompensatie
noodzakelijk.
Voorbeeld: G74
. . .
N1 M5
N2 T4 G197 S1000 G195 F0.2 M103
N3 M14
N4 G110 C0
N5 G0 X80 Z2
N6 G74 Z-40 R2 P12 I2 B0 J8 [boren]
N7 M15
. . .
Parameters
NS Regelnummer contour
Verwijzing naar de contour van de boring (G49-, G300- of
G310-Geo)
Geen invoer: afzonderlijke boring zonder
contourbeschrijving
X Eindpunt axiale boring (diametermaat)
Z Eindpunt radiale boring
P 1. boordiepte
I Reductiewaarde (default: 0)
B Terugloopafstand (default: naar "beginpunt boring")
J Minimale boordiepte (default: 1/10 van "P")
E Stilstandtijd voor vrijmaken aan einde van boring (in
seconden) – (default: 0)
V Aanzetreductie (50 %) – (default: 0)
V=0 of 2: reductie aan het begin
V=1 of 3: reductie aan begin en einde
V=4: reductie aan einde
V=5: geen reductie
D Terugloopsnelheid en aanzet in de boring (default: 0)
D=0: IJlgang
D=1: Aanzet
K Terugloopvlak (radiale boringen: diametermaat) – (default:
naar startpositie resp. naar veiligheidsafstand)