Operation Manual
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290 283
4.27 Freescycli
Graveren kopvlak G801
Met G801 worden tekenreeksen in lineaire of polaire rangschikking op
het kopvlak gegraveerd. U voert de te graveren tekst als tekenreeks in
het veld "ID" in.
Trema's en speciale tekens die niet in de DIN-editor kunnen worden
ingevoerd, kunt u teken voor teken vastleggen in "NS". Als in "ID" een
tekst en in "NS" een teken is vastgelegd, wordt eerst de tekst en dan
het teken gegraveerd.
Met G801 wordt vanaf de startpositie resp. vanaf de actuele positie
gegraveerd, wanneer u geen startpositie opgeeft.
Voorbeeld: Als een tekenreeks met meer oproepen wordt gegraveerd,
stelt u bij de eerste oproep de startpositie in. De volgende oproepen
kunnen zonder startpositie worden geprogrammeerd.
Tekentabel: zie "Tekentabel graveren" op bladzijde 284
Parameters
ID Tekst. Te graveren tekst ()
NS Tekennummer. ASCII-code van het te graveren teken
X Startdiameter (poolcoördinaten)
C Starthoek (poolcoördinaten)
XK Startpunt in cartesiaanse coördinaten
YK Startpunt in cartesiaanse coördinaten
Z
Freesbodem. Z-positie waarnaar voor het frezen wordt verplaatst.
K Terugloopvlak. Z-positie waarnaar voor het positioneren
wordt teruggetrokken.
H Letterhoogte. Hoogte van de tekens in [mm]
W Positiehoek van de tekenreeks bij lineaire weergave.
Voorbeeld: 0° = verticale tekens; de tekens worden
opeenvolgend in positieve XK-richting gerangschikt.
E Afstandsfactor (default: 1). De afstand tussen de tekens
wordt afhankelijk van V berekend:
V=0: afstand = H/6 * E
V=1: afstand = H/4 + (H/6 * E)
V=2: afstand = H/2 * E
V Uitvoering lineair/polair (default: 0)
V=0: tekens worden lineair weergegeven
V=1: tekens worden naar boven gebogen om het centrum
weergegeven
V=2: tekens worden naar onder gebogen om het centrum
weergegeven
D Referentiediameter bij polaire weergave
F Vanaf softwareversie 625 952-05:
Factor aanzet voor diepteverplaatsing (aanzet = actuele
aanzet * F)