Operation Manual

HEIDENHAIN CNC PILOT 4290 321
4.34 Programmering van variabelen
V-variabele
De CNC PILOT maakt op basis van de nummergroepen onderscheid
tussen de volgende waarde- en toepassingsgebieden:
Real: V1 .. V199 ..
Integer: V200 .. V299
Gereserveerd: V300 .. V900
Het PLC-programma leest en beschrijft de variabelen V1..V299.
#520 Afhankelijk van het gereedschapstype:
1**, 2**: snijkantradius (rs)
3**, 4**: tapdiameter (d1)
51*, 52*: freesdiameter vóór (df)
56*, 6**: freesdiameter (d1)
#521 Afhankelijk van het gereedschapstype:
11*, 12*: schachtdiameter (sd)
14*, 15*, 16*, 2**: snijkantbreedte (sb)
3**, 4**: aansnijdingslengte (al)
5**, 6**: freesbreedte (fb)
#522 Gereedschapspositie (referentie: bewerkingsrichting
van het gereedschap):
0: op de contour
1: rechts van de contour
– 1: links van de contour
#523..#524 Instelmaten (ze, xe, ye)
#526..#527 Positie van het snijkantmiddelpunt I, K (zie afbeelding)
#780 Gereedschapsrotatierichting uit de database
Voorwaarde bij gereedschapsinformatie: de variabelen
moeten door middel van een gereedschapsoproep in het
NC-programma zijn "vastgelegd".
Gereedschapsinformatie in #-variabelen
Opvragen en toewijzingen
Machinematen lezen/schrijven (MP 7):
Syntaxis:
V{Mx[y]}
x = maat 1..9 (10..99 alleen voor machinefabrikant)
y = coördinaat: X, Y, Z, U, V, W, A, B of C
Gereedschapscorrecties lezen/schrijven:
Syntaxis:
V{Dx[y]}
x = T-nummer
y = lengtecorrectie: X, Y, of Z