Operation Manual

324
4.34 Programmering van variabelen
Voorbeeld: V-variabele
V840..
V843
Met G901, G902 en G903 worden de posities van de
hulpassen van het op te roepen kanaal opgeslagen in de
variabelen:
Hulpas 1
Hulpas 2
Hulpas 3
Hulpas 4
V901..
V920
Met G901, G902, G903, G912 en G916 worden de posities
opgeslagen in de variabelen:
V901..V903: as X, Z, Y van slede 1
V904..V906: as X, Z, Y van slede 2
V907..V909: as X, Z, Y van slede 3
V910..V912: as X, Z, Y van slede 4
V913..V915: as X, Z, Y van slede 5
V916..V918: as X, Z, Y van slede 6
V919: C-as 1
V920: C-as 2
X-waarden worden als radiuswaarden opgeslagen.
De variabelen worden overschreven, ook wanneer ze nog
niet zijn verwerkt.
V921 Hoekverspringing bij "G906 Spilsynchronisatie"
V922/
V923
Resultaat bij "G905 Verspringing hoek C"
V982 Foutnummer bij "G912 Registratie van actuele waarden bij
tussentijds meten"
V300 Resultaat bij "G991 Afsteekcontrole"
Informatie in V-variabelen
. . .
N.. V{M1[Z]=300}
Stelt "machinemaat 1 Z" in op "300"
N.. G0 Z{M1[Z]}
Verplaatst naar "machinemaat 1 Z"
N.. IF{E1[1]==0}
Opvragen "externe wisselcode 1 – bit 1"
N.. V{D5[X]=1.3}
Stelt "correctie X bij gereedschap 5" in
N.. V{V12=17.4}
N.. V{V12=V12+1}
N.. G1 X{V12}
. . .