Operation Manual

HEIDENHAIN CNC PILOT 4290 325
4.35 Voorwaardelijke regeluitvoering
4.35 Voorwaardelijke
regeluitvoering
Programmasprong "IF..THEN..ELSE..ENDIF"
De "voorwaardelijke sprong" omvat de volgende elementen:
IF (wanneer), gevolgd door de voorwaarde. Bij de "voorwaarde"
staan links en rechts van de "vergelijkingsoperator" variabelen of
rekenformules.
THEN (dan), als aan de voorwaarde is voldaan, wordt de THEN-
sprong uitgevoerd
ELSE (anders), als niet aan de voorwaarde is voldaan, wordt de
ELSE-sprong uitgevoerd
ENDIF, hiermee wordt de "voorwaardelijke programmasprong"
afgesloten.
Programmering:
U "Instructies > DIN PLUS-woorden" in het bewerkingsmenu kiezen.
De CNC PILOT opent de keuzelijst "DIN PLUS-woorden".
U "IF" selecteren
U "Voorwaarde" invoeren
U NC-regels van de THEN--sprong invoegen.
U Indien nodig: NC-regels van de ELSE-sprong invoegen.
De "V-variabelen" worden bij de simulatie gereproduceerd. U kunt aan
de V-variabelen waarden toewijzen en zo alle sprongen van uw NC-
programma testen.
Vergelijkingsoperatoren voor
< Kleiner dan
<= Kleiner dan of gelijk aan
<> Ongelijk aan
> Groter dan
>= Groter dan of gelijk aan
== Gelijk aan
Voorwaarden koppelen:
AND Logische koppeling EN
OR Logische koppeling OF
Voorbeeld: "IF..THEN..ELSE..ENDIF"
. . .
N.. IF{E1[16]==1}
N.. THEN
N.. G0 X100 Z100
N.. ELSE
N.. G0 X0 Z0
N.. ENDIF
. . .
NC-regels met IF, THEN, ELSE, ENDIF mogen geen
andere commando's bevatten.
U kunt maximaal twee voorwaarden koppelen.
Bij sprongen op basis van V-variabelen of wisselcodes
wordt de contourcorrectie bij de IF-instructie
uitgeschakeld en bij ENDIF weer ingeschakeld. Met
G702, G703 of G706 wordt de contourcorrectie
geregeld.