Operation Manual

332
4.37 M-functies
4.37 M-functies
M-functies voor programma-afloop-besturing
De werking van de machinefuncties is afhankelijk van de uitvoering
van uw draaibank. Het kan zijn dat voor de vermelde functies andere
M-functies op uw draaibank gelden. Raadpleeg het machinehandboek.
Overzicht: M-functies voor programma-afloop-besturing
M00 Programmastop
De programma-afloop stopt. Met "Cyclusstart" wordt
de programma-afloop voortgezet.
M01 Optionele stop
Bij een geactiveerde softkey "Optionele stop" tijdens
automatisch bedrijf stopt de programma-afloop bij
M01. Met "Cyclusstart" wordt de programma-afloop
voortgezet. Indien "Optionele stop" niet is
geactiveerd, wordt het programma zonder stop
uitgevoerd.
M18 Telpuls
M30 Programma-einde
M30 betekent "programma- of subprogramma-einde".
(M30 hoeft niet te worden geprogrammeerd.) Als u
na M30 op "Cyclusstart" drukt, wordt het programma
vanaf het begin opnieuw uitgevoerd.
M99 NS.. Programma-einde met herstart
M99 betekent "programma-einde en herstart". De
CNC PILOT begint opnieuw met de programma-
afloop vanaf:
Programmabegin, wanneer NS niet is ingevoerd
Regelnummer NS, wanneer NS is ingevoerd
M97 Synchroonfunctie (zie "Synchroonfunctie M97" op
bladzijde 290)
Functies die blijven ingeschakeld tot het moment van
uitschakeling (aanzet, toerental, gereedschapsnummer,
etc.) en die aan het programma-einde geldig zijn, gelden
ook als het programma opnieuw wordt opgestart. U moet
deze functies daarom aan het programmabegin of vanaf
de startregel (bij M99) opnieuw programmeren.