Operation Manual

356
4.41 DIN PLUS-sjablonen
Opbouw van een structuursjabloon
Bij de oproep van een structuursjabloon worden de NC-regels van de
sjabloon in het NC-programma overgenomen. Daarbij kunnen de regels
van de structuursjabloon zo worden ingericht dat ze met gegevens kunnen
worden aangevuld of onderdrukt. Deze "beïnvloeding" vindt plaats via
overdrachtparameters. Bovendien vult de CNC PILOT de regelnummers aan.
Structuursjabloon beïnvloeden:
Variabelen: In de sjabloon hebben variabelen de syntaxis "#__la" (of
een andere parameteraanduiding). Deze variabelen worden door het
overdrachtgegeven "la" (of een andere parameteraanduiding)
vervangen. Het overdrachtgegeven kan een eenvoudige tekst, een
M- of T-functie of de oproep van een G-functie (incl. parameter) zijn.
Het type overdrachtgegeven wordt bij de declaratie van de
overdrachtparameters vastgelegd.
Regel onderdrukken:
Vóór NC-regels die moeten worden onderdrukt,
wordt in de sjabloon een "[[#__la]]" (of andere parameteraanduiding)
geplaatst. De bijbehorende overdrachtparameter "la" (of andere
parameteraanduiding) wordt als type "ja/nee-beslissing" gedefinieerd.
De bijbehorende NC-regel wordt alleen in het programma
overgenomen, als aan de voorwaarde is voldaan - dus "ja" is ingevoerd.
Overdrachtparameters bij structuursjablonen
De CNC PILOT ondersteunt maximaal 19 overdrachtparameters:
[//] – Begin van de parameter-declaratie
[pn; s=dialoogtekst (max. 16 tekens); xx ]
[//] – Einde van de parameter-declaratie
Voorbeeld: "Overdrachtparameters"
Vorlagex.BEV
[//]
[/la; s=spil 0 ;e=S0/]
[/lb; s=G-functie ;e=G/]
[/lc; s=M-functie ;e=M/]
[/ld; s=T-functie ;e=T/]
[/le; s=subprog.naam /]
[//]
. . .
pn: parameter-identifier (la, lb, ...)
xx: Type gegevensoverdracht:
geen type gedefinieerd: de ingevoerde tekst wordt
overgenomen
"e=S0": ja/nee-beslissing met standaardinstelling "nee"
"e=S1": ja/nee-beslissing met standaardinstelling "ja"
"e=G": G-functie
Na invoer van het G-nummer opent de CNC PILOT de
dialoog van deze G-functie. De overdracht van de G-
oproep vindt inclusief parameters plaats.
Wanneer op de toets "Verder" wordt gedrukt, wordt de
lijst met G-functies voor de selectie van een G-functie
aangeboden.
"e=M": M-functie
Invoer van het M-nummer. Er vindt overdracht van de M-
oproep plaats.
Wanneer op de toets "Verder" wordt gedrukt, wordt de lijst
met M-functies voor de selectie van een functie aangeboden.
"e=T": De CNC PILOT toont de revolvertabel voor de
selectie van een gereedschap. Er vindt overdracht plaats
van de uit de revolvertabel geselecteerde T-oproep.