Operation Manual
370
5.1 De werkstand Simulatie
Simulatievenster
Met de hieronder beschreven simulatievensters controleert u niet
alleen de draaibewerking maar ook de boor- en freesbewerkingen.
Draaivenster: de te draaien contour wordt in het XZ-
coördinatensysteem weergegeven.
Voorkant-venster: De contour en verplaatsing worden in het XY-
vlak weergegeven, waarbij rekening wordt gehouden met de
spilpositie. De spilpositie 0° ligt op de positieve X-as (aanduiding:
"XK").
Mantelvenster: De weergave van contouren en verplaatsingen is
gebaseerd op de positie op de "manteluitslag" (aanduiding: CY) en de
Z-coördinaten. Contouren van het mantelvlak worden "op het
werkstukoppervlak" getekend. (In het grafisch venster van de
DIN PLUS-editor worden de mantelvlakcontouren "op de
freesbodem" getekend.)
Zijaanzicht (YZ): de contour en verplaatsing worden in het YZ-vlak
weergegeven. Daarbij wordt alleen rekening gehouden met de Y- en
Z-coördinaten, niet met de spilpositie (zie afbeelding hieronder).
Voorkant- en mantelvensters werken met een "vaste"
spilpositie. Wanneer het werkstuk op de draaibank
wordt bewerkt, zorgt de simulatie voor beweging van
het gereedschap.
Het "mantelvenster" en het "zijaanzicht (YZ)" worden als
alternatief weergegeven.
Het mantelvenster is geschikt voor de simulatie van
boor- en freesbewerkingen met de C-as.
Het zijaanzicht is geschikt voor de simulatie van de Y-as
en voor bewerkingen naar gezwenkte vlakken.