Operation Manual
372
5.1 De werkstand Simulatie
Simulatie configureren
Slede-instelling:
U "Instel > Slede" kiezen: de CNC PILOT opent de dialoogbox "Slede-
instelling" voor de volgende instellingen:
Baanuitvoer voor "alle sledes": bij de simulatie worden de
verplaatsingen van alle sledes weergegeven.
Baanuitvoer voor "actieve slede": bij de simulatie worden de
verplaatsingen van de gekozen slede weergegeven.
Sledepositie slede x: bij de simulatie worden de verplaatsingen
van de slede "voor/na de hartlijn" getekend.
Knop "Resetten": de in de machineparameters vastgelegde
sledepositie wordt overgenomen.
Contourweergave:
U "Instel > Contourselectie" kiezen: de CNC PILOT opent de
dialoogbox "Contourselectie" voor de volgende instellingen:
Geselecteerde contour: contour die in het "rotatie-aanzicht" en in
de extra aanzichten wordt getoond.
Rotatie-aanzicht "Geselecteerde contour weergeven": bij de
simulatie wordt uitsluitend de "geselecteerde contour"
weergegeven.
Rotatie-aanzicht "Alle contouren weergeven": bij de simulatie
worden alle in het NC-programma vastgelegde contouren
weergegeven.
NC-nulpunten simuleren: afhankelijk van deze instelling worden
nulpuntverschuivingen meeberekend/niet meeberekend.
Manteluitslag:
U Bij het actieve mantelvenster "Instel > Nulpunt C" kiezen: de
CNC PILOT opent de dialoogbox "Nulpunt". Stel de hoek in waarop
de manteluitslag moet worden "opengesneden". Deze hoek ligt op
de Z-as (standaardinstelling: "hoek C = 0°).