Operation Manual

376
5.2 Contoursimulatie
5.2 Contoursimulatie
Functies van de contoursimulatie
Voorwaarde voor de contoursimulatie zijn geprogrammeerde
contouren (beschrijving onbewerkt/bewerkt werkstuk,
hulpcontouren). Indien de contourbeschrijvingen niet volledig zijn,
wordt er "voor zover mogelijk" weergegeven.
Bij de contoursimulatie kunt u
kiezen uit "snede- of aanzichtweergave".
de contourprogrammering via de contouropbouw regel voor regel
controleren.
de parameters van een contourelement controleren
(elementdimensionering).
elk contourpunt ten opzichte van een referentiepunt dimensioneren
(puntdimensionering).
Contoursimulatie besturen:
U "Nieuw" kiezen: bij de simulatie wordt de contour opnieuw getekend
(met programmawijzigingen wordt rekening gehouden)
U "Verder" kiezen": bij de simulatie wordt de volgende NC-bron- of
basisregel weergegeven.
Contourweergave:
U "Weerg(ave)" kiezen: de CNC PILOT opent de dialoogbox
"Contourweergave". Stel het volgende in:
Snede(weergave)
Aanzicht(weergave)
Snede- en aanzicht(weergave). Hierbij wordt boven de hartlijn het
"aanzicht", onder de hartlijn de "snede" weergegeven.
U Terug naar het hoofdmenu: ESC-toets indrukken
Overige functies:
Menu-item "Debug": als u gebruikmaakt van de variabelen voor de
contourbeschrijving, kunt u deze controleren met de debug-
functies: zie "Simulatie met startregel" op bladzijde 386
Menu-item "3D-aanzicht": zie "3D-aanzicht" op bladzijde 385
In de werkstand "Regel voor regel of basisregel" wordt de
snede weergegeven.