Operation Manual
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290 377
5.2 Contoursimulatie
Contourdimensionering
Cursor plaatsen:
Voor de element- of puntdimensionering plaats u de cursor (rood
vierkantje) als volgt:
U "pijl naar links/rechts": gaat naar het volgende
contourpunt
U "pijl omhoog/omlaag": gaat naar de contour (bijv.:
omschakelen tussen contour onbewerkt/bewerkt
werkstuk)
U gaat naar het volgende simulatievenster (voorwaarde:
er zijn contouren op de referentievlakken).
Elementdimensionering:
U "Dimensionering > Elementdimensionering" kiezen
U Cursor op de contourelement plaatsen: bij de simulatie worden de
gegevens van het gemarkeerde contourelement weergegeven. De
pijl geeft de richting van de contourbeschrijving aan.
Puntdimensionering:
U "Dimensionering > Puntdimensionering" kiezen
Referentiepunt vastleggen:
U cursor op het referentiepunt plaatsen
U "Referentiepunt vastleggen" kiezen
Contourpunt meten:
U cursor op het te meten contourpunt plaatsen: bij de simulatie
worden de maten van het contourpunt t.o.v. het "referentiepunt" en
het gekozen referentievlak (XC, XY, etc.) weergegeven.
Referentiepunt opheffen:
U "Referentiepunt uit" kiezen: bij de simulatie wordt het referentiepunt
gewist.
Terug naar de contoursimulatie:
U ESC-toets indrukken
De dimensioneringsfuncties kunnen ook met de
bewerkings- of bewegingssimulatie worden opgeroepen
(menu-item "Dimensionering").