Operation Manual
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290 379
5.3 Bewerkingssimulatie
Bewaking van veiligheidszone en
eindschakelaars (bewerkingssimulatie)
De bewaking van de veiligheidszone of eindschakelaars kan als volgt
worden ingesteld:
U "Instel > Veiligheidszone > Bewaking uit" kiezen: de veiligheidszone/
software-eindschakelaars worden niet bewaakt.
U "Instel > Veiligheidszone > Bewaking met waarschuwing" kiezen: de
CNC PILOT registreert overschrijdingen van de veiligheidszone of
eindschakelaars en behandelt ze als waarschuwingen. Het NC-
programma wordt tot en met het programma-einde gesimuleerd.
U "Instel > Veiligheidszone > Bewaking met fouten" kiezen: bij een
overschrijding van de veiligheidszone of eindschakelaars volgt er
direct een foutmelding en wordt de simulatie direct afgebroken.
Dynamische eindschakelaarbewaking
Vanaf softwareversie 625 952-05.
Bij de dynamische eindschakelaarbewaking controleert de CNC PILOT
de verplaatsingen van twee sledes die zich op dezelfde geleidebaan
verplaatsen, op een botsing. Deze functie wordt door de
machinefabrikant ingesteld.
Omdat de verplaatsingen van de beide sledes bij de simulatie niet in
de werkelijke volgorde worden afgewerkt, vindt de volgende
vereenvoudigde controle plaats:
Bij de programmastart en bij elk gemeenschappelijk synchroonpunt
bepaalt de simulatie de positie van de sledes.
Op basis van deze posities controleert de simulatie alle
verplaatsingen tot het volgende gemeenschappelijke
synchroonpunt, resp. tot het programma-einde. Binnen dit
programmadeel mogen de verplaatsingen van de beide sledes
elkaar niet overlappen.
Als tijdens de simulatie een risico van botsing wordt geconstateerd,
volgt er een waarschuwings- of een foutmelding.
Programmeer, indien nodig, nog meer synchroonpunten om kritische
programmadelen te scheiden.
De bewaking kan als volgt worden ingesteld:
U "Instel > dynamische eindschakelaar > bewaking uit" kiezen: de
eindschakelaars worden niet bewaakt.
U "Instel > dynamische eindschakelaar > bewaking met
waarschuwing" kiezen: de CNC PILOT registreert mogelijke
botsingen en behandelt ze als waarschuwingen. Het NC-programma
wordt tot en met het programma-einde gesimuleerd.
U "Instel > dynamische eindschakelaar > bewaking met fout" kiezen:
bij een mogelijke botsing volgt er direct een foutmelding en wordt
de simulatie direct afgebroken.
De maten van de veiligheidszone legt u in de
instelwerkstand vast. Ze worden in MP 1116, ... beheerd.