Operation Manual
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290 387
5.6 Debug-functies:
Variabelen weergeven
Permanente variabelenweergave: in plaats van de NC-bronregel
toont de simulatie vier "geselecteerde variabelen" onder het
simulatievenster.
Variabelen selecteren:
U "Debug > Variabelen weergeven > Weergave activeren" kiezen:
De simulatie opent de dialoogbox "Selectie weergave".
U Type en nummer van de variabele instellen
Variabeleweergave inschakelen:
U Met "Debug > Variabelen/bronregel" de weergave van variabelen
instellen
Variabelen deselecteren:
U "Debug > Variabelen weergeven > Weergave terugzetten" kiezen:
de simulatie verwijdert de geselecteerde variabelen.
#-variabelen in de dialoogbox weergeven:
U "Debug > Variabelen weergeven > Alle #-variabelen" kiezen.
De simulatie toont de variabelen in de dialoogbox "#-variabelen".
Navigeren in de dialoogbox:
U "Pijl omhoog/omlaag" of "PgUp/PgDn"
V-variabelen in de dialoogbox weergeven:
U "Debug > Variabelen weergeven > Alle V-variabelen" kiezen:
de simulatie opent de dialoogbox "V-weergave" voor de volgende
gegevens:
Type variabele
Nummer van de eerste weer te geven variabele
U De simulatie toont de variabelen in de dialoogbox "V-variabelen".
Navigeren in de dialoogbox:
U "Pijl omhoog/omlaag" of "PgUp/PgDn"