Operation Manual
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290 39
1.4 Basisprincipes
1.4 Basisprincipes
Lengte- en hoekmeetsystemen en
referentiemerken
Op de machine-assen bevinden zich lengte- en hoekmeetsystemen,
die de posities van de slede resp. het gereedschap registreren.
Wanneer een machine-as wordt verplaatst, genereert het
bijbehorende lengte- en hoekmeetsysteem een elektrisch signaal,
waaruit de besturing de exacte actuele positie van de machine-as
bepaalt.
Bij een stroomonderbreking gaat de relatie tussen de positie van de
machineslede en de berekende actuele positie verloren. Om deze
relatie te herstellen, beschikken incrementele lengte- en
hoekmeetsystemen over referentiemerken. Bij het passeren van een
referentiemerk ontvangt de besturing een signaal, dat een
machinevast referentiepunt aanduidt. Daarmee kan de CNC PILOT de
toewijzing van de actuele positie aan de actuele machinepositie weer
herstellen. Bij lengtemeetsystemen met afstandsgecodeerde
referentiemerken hoeft u de machine-assen maximaal 20 mm te
verplaatsen, bij hoekmeetsystemen maximaal 20°.
Bij absolute meetsystemen wordt na inschakeling een absolute
positiewaarde naar de besturing gezonden. Hierdoor is, zonder dat de
machine-assen worden verplaatst, de relatie tussen de actuele positie
en de positie van de machineslede direct na inschakeling hersteld.
X (Z,Y)
X
MP
Zref
Xref
M