Operation Manual

410
6.5 Contour bewerkt werkstuk
Cirkelvormig element
Met de functie wordt een cirkelvormig element vastgelegd.
Parameters
Eindpunt van de boog
X Eindpunt in cartesiaanse coördinaten
Z Eindpunt in cartesiaanse coördinaten
Xi Afstand tussen begin- en eindpunt
Zi Afstand tussen begin- en eindpunt
a Eindpunt in poolcoördinaten (referentie: positieve Z-as)
P Eindpunt in poolcoördinaten
ai Eindpunt polair, incrementeel (referentie hoek ai: zie
afbeelding)
Pi Eindpunt polair, incrementeel (lineaire afstand begin- tot
eindpunt)
Middelpunt van de boog
I Middelpunt
K Middelpunt
Ii Afstand tussen begin- en middelpunt
Ki Afstand tussen begin- en middelpunt
b Middelpunt in poolcoördinaten (referentie: positieve Z-as)
PM Middelpunt in poolcoördinaten
bi Middelpunt polair, incrementeel (hoek tussen denkbeeldige
lijn in het beginpunt, parallel aan de Z-as en lijn beginpunt –
middelpunt)
PMi Middelpunt polair, incrementeel (PMi: lineaire afstand tussen
begin- en middelpunt)
Andere parameters
R Boogradius
Tangentieel/niet tangentieel: overgang naar het
volgende contourelement vastleggen
WA Hoek tussen positieve Z-as en raaklijn in startpunt van de
boog
WE Hoek tussen positieve Z-as en raaklijn in eindpunt van de
boog
WV Hoek linksom tussen voorgaand element en raaklijn in
startpunt van de boog. Boog als voorgaand element: hoek
ten opzichte van de raaklijn
WN Hoek linksom tussen raaklijn in eindpunt van de boog en
volgend element. Boog als volgend element: hoek ten
opzichte van de raaklijn