Operation Manual

HEIDENHAIN CNC PILOT 4290 419
6.6 Vormelementen
(Centrische) boring
Met het vormelement wordt een afzonderlijke boring op de hartlijn
(voor- of achterkant) vastgelegd, die uit de volgende elementen kan
bestaan:
 Centrering
 Kernboring
 Verzinking
 schroefdraad
L Lengte van de schroefdraad, inclusief uitlooplengte
K Uitlooplengte (bij schroefdraad zonder draaduitloop)
I Steek voor bepaling van het aantal gangen
H Aantal gangen (default: 1)
A Flankhoek links, bij niet-standaard schroefdraad
W Flankhoek rechts, bij niet-standaard schroefdraad
P Draaddiepte, bij niet-standaard schroefdraad
R Draadbreedte, bij niet-standaard schroefdraad
 "F" moet bij "metrische schroefdraad met fijne spoed,
conische schroefdraad en conische schroefdraad met
fijne spoed, trapeziumdraad en vlakke trapeziumdraad"
en "niet-standaard schroefdraad" worden opgegeven. Bij
de andere schroefdraadtypes kan de parameter
vervallen. De spoed wordt dan op basis van de diameter
bepaald.
 Voer "I" of "H" in. Hierbij geldt: spoed/steek = aantal
gangen.
 U kunt nog meer attributen aan de schroefdraad
toewijzen (zie "Bewerkingsattribuut "Schroefdraad
snijden"" op bladzijde 478).
 Maak gebruik van "niet-standaard schroefdraad"
wanneer u individuele parameters wilt toepassen.
Let op: botsingsgevaar!
De schroefdraad wordt over de lengte van het referentie-
element gemaakt. Bij bewerkingen zonder draaduitloop
moet "uitlooplengte K" worden geprogrammeerd, zodat de
CNC PILOT de draadoverloop zonder botsingsgevaar kan
uitvoeren.
Parameters