Operation Manual

HEIDENHAIN CNC PILOT 4290 43
1.5 Gereedschapsmaten
1.5 Gereedschapsmaten
De CNC PILOT heeft gereedschapsgegevens nodig voor de
aspositionering, voor de berekening van de
snijkantradiuscompensatie, voor de berekening van de snede-
opdeling bij cycli etc.
Gereedschapslengtematen: De geprogrammeerde en aangegeven
positiewaarden zijn gerelateerd aan de afstand tussen
gereedschapspunt en werkstuknulpunt. Het systeem zelf kent echter
uitsluitend de absolute positie van de gereedschapshouder (slede).
Voor de bepaling en weergave van de gereedschapspuntpositie heeft
de CNC PILOT de maten XE en ZE nodig, en voor bewerkingen in de
Y-as bovendien maat Y.
Gereedschapscorrecties: De snijkant van het gereedschap slijt
tijdens de verspaning. Om deze slijtage te compenseren, maakt de
CNC PILOT gebruik van correctiewaarden. De correctiewaarden
worden bij de lengtematen opgeteld.
Snijkantradiuscompensatie (SRC): Draaigereedschap is afgerond
aan de gereedschapspunt. Hierdoor ontstaan onnauwkeurigheden bij
de bewerking van kegels, afkantingen en radiussen die door de
snijkantradiuscompensatie worden gecorrigeerd.
Geprogrammeerde verplaatsingen zijn gerelateerd aan de
theoretische gereedschapspunt S. De SRC berekent een nieuwe
verplaatsing, de equidistante, om deze fout te compenseren.
Freesradiuscompensatie (FRC): Bij de freesbewerking is de
uitwendige diameter van de frees bepalend voor het maken van de
contour. Zonder FRC is het middelpunt van de frees het referentiepunt
bij verplaatsingen. De FRC berekent een nieuwe verplaatsing, de
equidistante, die met de freesradius rekening houdt.