Operation Manual
450
6.8 C-ascontouren
Mantelvlak: rond gaten- of figuurpatroon
Met de functie wordt een lineair gaten- of figuurpatroon op het
mantelvlak vastgelegd.
Parameters
Z Middelpunt patroon
CY Middelpunt patroon – hoek als "baanmaat"
C Middelpunt patroon – hoek
Q Aantal figuren (default: 1)
Oriëntatie
met de klok mee
tegen de klok in
R Patroonradius
K Patroondiameter
A Beginhoek, positie van de eerste figuur (referentie: Z-as)
A en W niet geprogrammeerd: opdeling volledige cirkel,
beginnend bij 0°
W Eindhoek, positie van de laatste figuur (referentie: Z-as)
W niet geprogrammeerd: opdeling volledige cirkel, beginnend
met A
Wi Hoek tussen twee figuren (voorteken heeft geen betekenis)
Positie van de figuren
normale positie: de basisfiguur wordt om het middelpunt
van het patroon geroteerd (rotatie om het middelpunt van
het patroon)
Oorspronkelijke positie: de positie van de basisfiguur blijft
behouden (translatie)
Beschrijving boring/figuur
Bij patronen met ronde sleuven wordt het
"krommingsmiddelpunt" bij de patroonpositie opgeteld (zie
"Rond patroon met ronde sleuven" op bladzijde 172).