Operation Manual

46
2.1 Gebruikersinterface
2.1 Gebruikersinterface
Beeldschermweergaven
1 Werkstandregel: Geeft de status van de werkstanden weer.
De actieve werkstand is donkergrijs gemarkeerd.
Programmeer- en bestuurwerkstanden:
De gekozen werkstand staat rechts naast het symbool.
Aanvullende informatie zoals het gekozen programma,
subwerkstand etc. worden onder de werkstandsymbolen
weergegeven.
2 Menubalk en pulldown-menu's dienen voor het selecteren van
functies.
3 Werkvenster: Inhoud en indeling zijn afhankelijk van de
werkstand.
4 Machine-uitlezing: Toont de actuele status van de machine
(gereedschapspositie, de cyclus- en spilstatus, het actieve
gereedschap etc.). De machine-uitlezing kan worden
geconfigureerd.
5 Statusregel
Simulatie, TURN PLUS: Uitlezing van actuele instellingen resp.
instructies voor de volgende bedieningsstappen.
Andere werkstanden: Uitlezing van de laatste foutmelding
6 Datumveld en service-sein
Uitlezing van datum en tijd
Een gekleurde achtergrond signaleert een fout of een PLC-
melding.
Het "service-sein" geeft de staat van onderhoud van de
machine aan.
7 Softkeybalk: Geeft de eigenlijke betekenis van de softkeys
weer.
8 Verticale softkeybalk: Geeft de eigenlijke betekenis van de
softkeys weer. Meer informatie: zie machinehandboek.