Operation Manual
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290 465
6.11 Contouren manipuleren
6.11 Contouren manipuleren
Let bij wijzigingen in contouren op het volgende:
Als contourelementen worden gecombineerd met vormelementen,
zijn getoonde of in te voeren eindpunten gerelateerd aan het
"theoretische eindpunt". Bij wijzigingen aan de contourelementen
worden afkantingen, afrondingen, schroefdraad en draaduitlopen
automatisch op de nieuwe positie afgestemd.
De volgorde en het begin- en eindpunt van een contourelement
wordt door de definitierichting bepaald.
Na het trimmen, wissen of invoegen analyseert TURN PLUS of
direct opeenvolgende elementen tot een baan/boog kunnen worden
samengevat. De gewijzigde contour wordt gestandaardiseerd.
Contour onbewerkt werkstuk wijzigen
Een standaard onbewerkt werkstuk (staf, pijp) kunt u:
Wissen:
U "Manipuleren > Wissen > Contour" in het menu Onbew. werkstuk
kiezen. TURN PLUS wist het onbewerkte werkstuk.
Opsplitsen:
U "Manipuleren > Opsplitsen" in het menu Onbew. werkstuk kiezen.
Het standaard onbewerkte werkstuk wordt door TURN PLUS in
afzonderlijke contourelementen onderverdeeld. Vervolgens kunnen
de afzonderlijke elementen worden gemanipuleerd.
Als er sprake is van een gietstuk of als het onbewerkte werkstuk
met afzonderlijke elementen is vastgelegd, kan het als een bewerkt
werkstuk worden gemanipuleerd.
Als er contouren voor C- of Y-asbewerking zijn vastgelegd,
kan de te draaien contour niet worden gewijzigd.