Operation Manual

480
6.12 Attributen toewijzen
Bewerkingsattribuut "Contour frezen"
Met het attribuut worden voor de geselecteerde figuur of "vrije" open
of gesloten contour de bewerking "Contour frezen" en de bijbehorende
bewerkingsparameters vastgelegd.
Bewerkingsattribuut "Contour frezen" toewijzen:
U "Attributen > Bewerkingsattribuut > Frezen > Contour frezen" in het
menu Bew. werkstuk kiezen
U Te frezen contour selecteren. TURN PLUS opent de dialoogbox
"Contour frezen".
U Freesparameters vastleggen
Parameters
Q Freeslocatie
Contour: middelpunt van de frees op de contour
Bij gesloten contouren:
Binnenkant (frezen)
Buitenkant (frezen)
Bij open contouren:
links van de contour (in bewerkingsrichting)
rechts van de contour (in bewerkingsrichting)
H Looprichting van de frees
0: tegenlopend
1: meelopend
D Freesdiameter voor de gereedschapskeuze
K Terugloopvlak. Freespositie voor/na de freesbewerking
(mantelvlak: diameter).