Operation Manual

HEIDENHAIN CNC PILOT 4290 483
6.12 Attributen toewijzen
Bewerkingsattribuut "Graveren"
Met het attribuut worden voor de geselecteerde figuur of "vrije" open
of gesloten contour de bewerking "Graveren" en de bijbehorende
bewerkingsparameters vastgelegd.
Bewerkingsattribuut "Graveren" toewijzen:
U "Attributen > Bewerkingsattribuut > Frezen >
Graveren" in het menu Bew. werkstuk kiezen
U Te frezen contour selecteren. TURN PLUS opent de
dialoogbox "Graveren".
U Freesparameters vastleggen
Bewerkingsattribuut "Nauwkeurige stop"
Met het attribuut wordt de "Nauwkeurige stop" voor de geselecteerde
contourelementen of contourgedeeltes vastgelegd.
"Nauwkeurige stop" toewijzen:
U "Attributen > Nauwkeurige stop" in het menu Bew. werkstuk kiezen
U Complete contour, een contourgedeelte of afzonderlijke
contourelementen selecteren (zie "Selecties" op bladzijde 452)
U TURN PLUS kent het bewerkingsattribuut toe
Parameters
B Breedte
W Hoek voor de gereedschapskeuze (default 45°)
K Terugloopvlak. Freespositie voor/na de freesbewerking
(mantelvlak: diameter).