Operation Manual

HEIDENHAIN CNC PILOT 4290 503
6.14 Interactief genereren van werkschema's (IAG)
Cyclusspecificatie
Leg in het submenu "Cyclus" de cyclusparameters en de strategie voor
het benaderen/vrijzetten vast:
Bewerkingsgedeelte: leg het te verspanen gedeelte en de
bewerkingsrichting voor iedere bereikselectie vast.
Selectie met de softkey: de volgorde van selectie bepaalt de
bewerkingsrichting.
Selectie met het touchpad – linkermuisknop: bewerkingsrichting
in de richting waarin de contour wordt gemaakt.
Selectie met het touchpad – rechtermuisknop:
bewerkingsrichting tegengesteld aan de richting waarin de
contour wordt gemaakt.
Benaderen: het gereedschap verplaatst zich in ijlgang van de
actuele positie naar de benaderingspositie, voordat de cyclus wordt
opgeroepen. De boor- schroefdraadcycli omvatten niet het
"Benaderen". Positioneer het gereedschap met "Benaderen" op een
geschikte positie.
Cyclusparameters: TURN PLUS stelt cyclusparameters voor.
Controleer/optimaliseer de parameters.
Vrijzetten: het gereedschap verplaatst zich na het cycluseinde in
ijlgang naar de vrijzetpositie.
Gereedschapswisselpositie benaderen: het gereedschap
verplaatst zich na het cycluseinde resp. na het "vrijzetten" naar de
wisselpositie. In "Verplaatsingswijze naar
gereedschapswisselpositie [WP]" (bewerkingsparameter 2) worden
de wisselpositie en verplaatsingswijze vastgelegd:
WP=1: de in de dialoogbox "Gereedschapswisselpositie"
opgegeven positie wordt met G0 benaderd. TURN PLUS voert de
gereedschapswisselpositie als voorgestelde waarde in.
WP=2: TURN PLUS genereert een G14. De in de dialoogbox
"Gereedschapswisselpositie" opgegeven positie heeft geen
betekenis.
WP=3: TURN PLUS berekent de wisselpositie op basis van de
gereedschappen in de revolver.
Let op: botsingsgevaar!
Omdat bij het genereren van een werkblok vaak nog niet
alle gereedschappen bekend zijn, mag u de instelling
"WP=3" (bewerkingsparameter 2) in IAG niet gebruiken.