Operation Manual

518
6.14 Interactief genereren van werkschema's (IAG)
Afsteken
Voor het afsteken activeert de IAG het in bewerkingsparameter 21 –
"UP 100098" ingevoerde expertprogramma.
TURN PLUS bepaalt de parameters voor zover mogelijk en voert ze als
voorgestelde waarden in. Controleer de ingevoerde waarden en vul
deze zo nodig aan.
Parameters
LA Stafdiameter
LB Startpunt in Z: TURN PLUS neemt de positie over die bij de
bereikselectie is bepaald.
LC Afkanting/afronding
< 0: afkantingsbreedte
> 0: afrondingsradius
LD Aanzetreductie vanaf X. De "gereduceerde aanzet" wordt in
het expertprogramma vastgelegd.
LE Diameter bewerkt werkstuk voor bepaling van de positie van
de afkanting/afronding
LF Binnendiameter. Het expertprogramma gaat iets verder dan
deze positie om te waarborgen dat er veilig wordt afgestoken:
= 0: bij een "massief werkstuk"
> 0: bij een pijp
LH Veiligheidsafstand naar startpositie X
I Beitelbreedte. Wordt meestal niet verwerkt.
Bewerkingsgedeelte selecteren: selecteer het
verticale element waaraan afgestoken en waaraan de
afkanting/afronding uitgevoerd moet worden.
Expertprogramma's worden door de machinefabrikant
beschikbaar gesteld. Raadpleeg het machinehandboek
voor de betekenis van de parameters en de programma-
afloop.