Operation Manual

HEIDENHAIN CNC PILOT 4290 527
6.14 Interactief genereren van werkschema's (IAG)
Bewerkingswijze Nabewerken
In IAG kunt u de volgende nabewerkingen kiezen (submenu
"Nabewerken"):
 Nabewerking met cyclus G890:
 Contourbewerking
 Restcontourbewerking
 Nabewerken uitdraaien (neutraal gereedschap)
 Nabewerking met speciale functies:
 Passingdraaien: zie "Nabewerken – passingdraaien" op
bladzijde 530
 Draaduitlopen: zie "Nabewerken – draaduitlopen" op bladzijde 530
Softkeys
Langsovermaat/constante overmaat
Softkeys "Benaderen"
Automatische keuze van de
benaderingsmethode
eerst in X-, dan in Z-richting
eerst in Z-, dan in X-richting
Softkeys "Vrijzetten"
diagonaal naar de vrijzetpositie
eerst in X-, dan in Z-richting
eerst in Z-, dan in X-richting
vrijzetten naar veiligheidsafstand
Parameters
X Snijkantbegrenzing
Z Snijkantbegrenzing
L Afhankelijk van de softkey-instelling:
 Langsovermaat
 Constante overmaat (genereert "Overmaat G58" vóór de
cyclus)
P Dwarsovermaat
Insteken (neergaande contouren bewerken) ?
 Ja
 Nee
E Gereduceerde insteekaanzet bij neergaande contouren
Benaderen
 Ja: "benaderingsmethode Q" met de softkey instellen
 Nee (Q=3): gereedschap is in de buurt van het beginpunt
Q Benaderingsmethode (zie softkeytabel)
 Q=0: IAG controleert:
 diagonaal benaderen
 eerst in X-, dan in Z-richting
 equidistant om de hindernis heen
 weglaten van de eerste contourelementen wanneer de
startpositie niet bereikbaar is
 Q=1: eerst in X-, dan in Z-richting
 Q=2: eerst in Z-, dan in X-richting
Vrijzetten
 Ja: "vrijzetmethode H" met de softkey instellen
 Nee (H=4): gereedschap blijft op de eindcoördinaat staan