Operation Manual

550
6.15 Automatisch genereren van werkschema's (AAG)
Bewerkingsvolgorde "Boren"
Hoofdbewerking Subbewerking Plaats Uitvoering
Boren Contouranalyse: vormelementen "Boringen" bepalen.
Volgorde – boortechnologie/combinatieboringen:
 Centreren / centreren met verzinken
 Boren
 Verzinken / boren met verzinken
 Ruimen / boren en ruimen
 Draadtappen / boor-/schroefdraadcombinaties
Volgorde – bewerkingsplaats:
 centrisch
 Voorkant (bewerkt ook voorkant Y)
 Mantelvlak (bewerkt ook mantelvlak Y)
– dan de volgorde van de geometrische definitie
– – Bewerking van alle boringen op alle bewerkingsplaatsen
Centreren, boren,
verzinken, ruimen,
schroefdraad
tappen (*)
– Bewerking volgens de gekozen boortechnologie op alle
bewerkingsplaatsen
Centreren, boren,
verzinken, ruimen,
schroefdraad
tappen (*)
Plaats Bewerking van de boring op de gekozen bewerkingsplaats
*: boortechnologie vastleggen.
Combinatieboringen:
 leg de combinatieboringen als bewerkingsattribuut vast
(zie "Bewerkingsattribuut "Boorcombinaties"" op
bladzijde 479).
 Selecteer de "bijbehorende boortechnologie" als
subbewerking (zie boven).