Operation Manual

556
6.17 TURN PLUS configureren
Vensters (aanzichten) configureren
Leg de "aanzichten" vast die TURN PLUS naast het hoofdaanzicht
(XZ-vlak) moet weergeven.
Keuze:
U "Configuratie > Wijzigen" kiezen
U "Aanzichten" kiezen. TURN PLUS opent de dialoogbox
"Vensterconfiguratie".
Dialoogbox "Vensterconfiguratie"
Aanzichten: weergave van de geselecteerde aanzichten
Keuze: markeer de aanzichten die moeten worden weergegeven
Hoofdaanzicht spiegelen ?
Ja: contour compleet weergeven
Nee: contour boven de hartlijn weergeven
Controlegrafiek configureren
Met deze configuratie beïnvloedt u het verloop en de baanweergave
van de "controlegrafiek".
Keuze:
U "Configuratie > Wijzigen" kiezen
U "Controlegrafiek > IAG" (of ".. > AAG") kiezen. TURN PLUS opent de
dialoogbox "Controlegrafiek IAG/AAG".
Dialoogbox "Controlegrafiek IAG/AAG"
Basisregel:
Aan: de controlegrafiek stopt na iedere verplaatsing. Met de
softkey "Verder" start u de volgende verplaatsing.
Uit: de controlegrafiek simuleert de bewerking zonder stop.
Soort grafische weergave:
Gereedschapsbaan: de controlegrafiek toont aanzetbanen met
een ononderbroken lijn (referentie: theoretische
gereedschapspunt).
Snijspoor: de controlegrafiek geeft het vlak dat door het
"snijdende gedeelte" van het gereedschap wordt gepasseerd,
gearceerd weer. U ziet het verspaande gedeelte, waarbij rekening
wordt gehouden met de precieze snijkantgeometrie
(snijkantradius, snijkantbreedte, snijkantpositie, etc.). De
gereedschapsgegevens vormen de basis voor deze weergave.
Veeggrafiek: het onbewerkte werkstuk wordt als "gevuld vlak"
getoond en bij de bewerking "verspaand".