Operation Manual
58
3.1 Inschakelen, uitschakelen, referentieprocedure
3.1 Inschakelen, uitschakelen,
referentieprocedure
Inschakelen
De CNC PILOT toont in de kopregel de afzonderlijke stappen van de
systeemstart. Vervolgens vraagt de CNC PILOT u een werkstand te
kiezen.
Of er een referentieprocedure nodig is, hangt af van de voor uw
machine gebruikte meetsystemen:
EnDat-impulsgever: er is geen referentieprocedure vereist.
Afstandsgecodeerde impulsgever: de positie van de assen is na een
korte referentieprocedure bepaald.
Standaardimpulsgever: de assen verplaatsen zich naar bekende
machinevaste punten.
Na beëindiging van de referentieprocedure:
wordt de digitale uitlezing geactiveerd.
kan automatisch bedrijf worden gekozen.
Referentieprocedure voor alle assen
"Ref > Referentie automatisch" kiezen
De dialoogbox "Status referentieprocedure" informeert u over de
actuele status.
Sledes waarvoor de referentieprocedure moet worden uitgevoerd of
"alle sledes" instellen (dialoogbox "Referentie automatisch")
Met "Cyclusstart" wordt de referentieprocedure gestart
Met "Aanzetstop" wordt de referentieprocedure
onderbroken. Met cyclusstart wordt de
referentieprocedure voortgezet.
Met "Cyclusstop" wordt de referentieprocedure
afgebroken
De software-eindschakelaars zijn pas na de
referentieprocedure in bedrijf.