Operation Manual

584
7.4 Regelparameters
10 Meten na bewerking
Verwerking: Meten na bewerking
Meten inschakelen
0: meten na bewerking uit
1: meten na bewerking aan. De CNC PILOT is gereed voor ontvangst van gegevens.
Meetprocedure
1: Meten na bewerking
Meetwaardekoppeling
0: nieuwe meetwaarden overschrijven oude meetwaarden
1: nieuwe meetwaarden worden pas na verwerking van de oude meetwaarden ontvangen
Aanwijzing: de selectie van de seriële interface en de instelling van de interface-parameters vinden plaats in
regelparameters 40, ...
11 FTP – parameters
Verwerking: gegevensoverdracht via FTP (File Transfer Protocol)
Gebruikersnaam: naam van uw eigen station
Wachtwoord
Adres/naam van FTP-server: adres/naam van de communicatiepartner
FTP gebruiken
0: Nee
1: Ja
Aanwijzing: u kunt de parameters ook met de transfer-functies instellen.
40 Toewijzing aan de interfaces
De interface-parameters worden in parameters 41 t/m 47 opgeslagen. In parameter 40 wijst de
machinefabrikant een interface-beschrijving aan een apparaat toe.
De werkstand Transfer maakt gebruik van de parameters van de interface die onder "externe in-/uitvoer" is
vastgelegd.
Betekenis van de invoer:
1..7: interface 1..7 – voorbeeld: "2 = interface 2" (regelparameter 42)
Externe in-/uitvoer
DATAPILOT 90
Printer
Meten na bewerking
2e toetsenbord (of kaartenlezer)
Aanwijzing: de parameters worden door de machineleverancier ingesteld.
Algemene regelparameters