Operation Manual
592
7.6 Bewerkingsparameters
2 – Globale technologieparameters
Globale technologieparameters – gereedschappen
Gereedschapskeuze, gereedschapswissel, toerentalbegrenzing
Gereedschap uit .. [WD]
Bij de gereedschapskeuze houdt TURN PLUS rekening met:
1: de actuele revolverbezetting.
2: allereerst de actuele revolverbezetting maar daarnaast
ook de gereedschaps-database.
3: gereedschapsdatabase.
TURN PLUS revolver [RNR]
Legt vast van welke revolverbezetting gebruik wordt gemaakt
(voorwaarde "WD=1 of WD=2"):
0: actuele revolverbezetting van de werkstand Machine
1: TURN PLUS – eigen revolverbezetting (zie
"Gereedschapstabel instellen en beheren" op
bladzijde 495)
Verplaatsingswijze naar gereedschapswisselpositie [WP]
Met WP worden de benaderingswijze en de wisselpositie
vastgelegd. De volgorde waarin de assen worden verplaatst,
wordt vastgelegd in de IAG of de desbetreffende
bewerkingsparameters bij de AAG.
1 – IAG: de wisselpositie wordt met ijlgangbanen (G0)
benaderd. In IAG legt u de positie en de strategie voor het
benaderen van de gereedschapswisselpositie vast.
2 – IAG: TURN PLUS genereert een G14.
3 – IAG: mag niet worden gebruikt
1 – AAG: de gereedschapswisselpositie wordt met G0
benaderd.
2 – AAG: de gereedschapswisselpositie wordt met G14
benaderd.
3 – AAG: TURN PLUS berekent aan de hand van het actuele
en volgende gereedschap de optimale wisselpositie. Deze
positie wordt met G0 benaderd.
Toerentalbegrenzing [SMAX]
Globale toerentalbegrenzing. U kunt in de "programmakop" van
het TURN PLUS-programma een kleinere toerentalbegrenzing
vastleggen (zie "Programmakop" op bladzijde 397).