Operation Manual

HEIDENHAIN CNC PILOT 4290 61
3.2 Werkstand Handbediening
3.2 Werkstand Handbediening
De werkstand Handbediening omvat functies voor het instellen van de
draaibank, het bepalen van de gereedschapsmaten en de functies
voor het handmatig bewerken van werkstukken.
Functies:
Handbediening: met de "machinetoetsen" en het handwiel worden
de spillen gestuurd en de assen verplaatst, om het werkstuk te
kunnen bewerken.
Instelwerkstand: hier het gebruikte gereedschap invoeren,
werkstuknulpunt, gereedschapswisselpositie, afmetingen van
veiligheidszone etc. instellen. Hiermee bereidt u de machine voor op
de bewerking van werkstukken.
Gereedschapsmaten bepalen: de gereedschapsmaten kunnen
worden bepaald door "aanraken" of met een meettaster. Als
alternatief kunt u de met een meetsysteem vastgestelde maten in
de gereedschapsdatabase invoeren.
Voor de handbediening kunt u maximaal zes varianten van de
machine-uitlezing configureren (zie "Machine-uitlezing" op
bladzijde 98). Met de softkey kan worden ingesteld welke variant
moet worden weergegeven.
Softkeys voor handbedienings- en
instelfuncties
Handwiel aan een as toewijzen
Oplossend vermogen van
Machine-uitlezing omschakelen
Revolver één positie terug
Revolver één positie vooruit
Aanzet per omwenteling invoeren
Spiltoerental invoeren
M-functie invoeren
Tijdens handbediening worden de gegevens afhankelijk
van de instelling van regelparameter 1 metrisch of in inch
ingevoerd en weergegeven.
Let op het volgende wanneer er voor de machine geen
referentieprocedure is uitgevoerd:
de digitale uitlezing is ongeldig.
de software-eindschakelaars zijn niet actief.